GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 178

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 178

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

166

we

VIII.

HOOFDSTUK

IV.

wat hierdoor wordt aangeduid. Een vader en moeder met hun kroost en hun dienstpersoneel vormen

Lichten

kortelijk toe,

En nu

een gezin, een familie, een huishouding.

heeft

zulk

een

gezin

Het ééne binnenshuis onder elkaar, en het andere tegenover de buitenwereld. En nu voelt ieder, hoe in het gezin binnenshuis ieder lid van het gezin zijn eigen taak en roeping heeft, zoodat tweeërlei soort van bestaan.

binnenshuis de leden soms tegenover elkander staan; maar dat daarentegen als

het de buitenwereld betreft opeens alle onderscheid wegvalt, en het

geheele gezin als één familie en één uit

kas

één

zeggen, dat alles

huishouding onder één hoofd en

onze gezinnen kan men dus in den regel wat binnenshuis blijft een onderscheiden taak van vader ons

Bij

leeft.

en moeder en kind

is,

in

maar dat tegenover de buitenwereld

heel het gezin

voor één rekent.

En

dat zelfde nu, wat op die wijs onder menschen slechts op hoogst

gebrekkige wijze bestaat, bestaat nu

eeuwige Wezen. Ook

bij

dat eeuwige

de hoogste volkomenheid

in

Wezen

in

het

toch moet wel terdege onder-

Wezen

scheid gemaakt tusschen alle werkingen die binnen dat

besloten

blijven, en die

voor den Vader, voor den Zoon en voor den Heiligen Geest

onderscheiden

zijn,

die niet in het

Wezen Gods

en

in

en daartegenover tusschen die heel andere werkingen, besloten blijven,

de schepping, uitgaan. En ook

bij

daden des Heeren bestaat nu deze vaste goddelijk

Wezen

maar naar buiten scheppend,

deze inblijvende en uitgaande

regel, dat alle

inblijven onderscheidenlijke daden

óf

daden die in het van den Vader,

óf van den Zoon, óf van den Heiligen Geest zijn, en dat daartegen de

daden die uitgaan altoos gemeenschappelijke daden zijn van den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest. Toch versta men dit niet weer zoo, alsof de uitgaande daden van het Eeuwige Wezen geen spoor hoegenaamd van persoons-onderscheiding vertoonen zouden. Dan toch zou er uit die daden of werkingen voor ons

hoegenaamd omtrent de heilige Drievuldigheid te bespeuren vallen. Neen zoo is het niet. Eer integendeel is in elke werking Gods die naar

niets

een onderscheidene zijn schepping en zijn schepsel uitgaat zeer wel werking van den Vader, Zoon en Heiligen Geest op te merken; maar, en dat nu is het punt waar het op aan komt, bij alle uitgaande werking is er altoos een werking van de drie Personen tegelijk. Nooit een werking van den Vader zonder dat er tevens een werking van den Zoon en den Heiligen Geest is, en omgekeerd nooit een werking van den Zoon en den Heiligen Geest zonder dat er tevens een werking van den Vader in en onder

En

dit

zij.

nu

juist is

met de inblijvende daden heel anders.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 178

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's