GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 413

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 413

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

7

HOOFDSTUK

ZOND. XXXIII.

415

III.

Die roeping nu kan eerst innerlijk plaats grijpen, als er een oor te hooren, en

slaap en sluimering,

daar de

kan

die

Wel kan

dan zeker

uiterUJke roeping niet verzeld gaat

i

tot

zijn

een dooden zon-

schuld verzwaart,

van de

innerlijke roe-

ze niet tot zijn ziel doordringen; en deze innerlijke roeping zou

wederom van Gods

om

onbewust nederligt.

d.i.

roeping komen,

iiitivendige

maar zoo deze ping,

om

is

evenzoo onderstelt deze roeping, dat de persoon nog als in

zijde

ondenkbaar wezen, zoolang het oor er

en het geestelyk oog

te hooren,

om

de Heere met

zijn innerlijke

Deswege

te zien.

roeping het vooraf wedergeboren zijn

innerlijke

;

niet is

onderstelt alle

en als dan daarna God

roeping tot den wedergeborene komt, dan

ja,

opent zich zyn oor, dat in de wedergeboorte tot hooren geformeerd was.

Want wel kan men

onderscheidene werkingen Gods in een alge-

deze

meener begrip saamvatten; maar nu de kerk,

ons

terecht

op

helderder licht over het afzonderlijk

de

Schrift,

en op haar voetspoor de

roeping afzonderlyk wijst, verspreidt het toch

werk Gods, zoo ook

nemen; en dan spreekt het

wij wedergeboorte en roeping

aan

vanzelf, dat niet de roeping

de wedergeboorte, maar de wedergeboorte aan de roeping voorafgaat. dit

nu zoo

geborene,

zijnde, blijkt juist uit de roeping, die volgt, dat de pas

maar nog

niet innerlyk geroepene,

van de weldaad

weder-

hem

bewe-

zen nog geen kennis draagt. Dat roepen toch zou geen zin hebben, zoo zelf

reeds

zich

van zyn wedergeboorte bewust was.

wedergeborene terstond opstaan en

Zoo echter gaat de zaak

tot zijnen

niet toe.

En

hij

>

Dan toch zou de

Vader gaan.

De wedergeboorte

Gods, waardoor de zondaar voorzien wordt van de

is

niet een

hem ontbrekende

daad mid-

delen en krachten, om nu voorts zijn zaliging zelf uit te werken. Liet God de Heere na de wedergeboorte den mensch los en deed Hij niets meer aan hem, zoo zou hij nooit tot bekeering komen noch tot geloof. Maar zoo doet God de Heere niet. In den wedergeborene is Hy ingedrongen met zijnen Heiligen Geest. De wedergeborene heeft dus den Heiligen Geest. En zoo vindt elke verdere werking in den wedergeborene haar uit-

-7

gangspunt altoos weer in dien Heiligen Geest, en slechts krachtens diens aandrift, in de

ook de roeping,

tweede plaats in den wedergeborene zelven. Vandaar dan die innerlijk

op aarde nooit anders plaats grijpt dan na

of tegelijk met de uitwendige roeping.

Ook het woord geboorte in wedergeboorte, dat de Heilige Schrift koos, beImmers een jonggeboren kind weet er nog niets van dat het

vestigt dit.

geboren

is,

en eerst een of twee jaren daarna begint het zelfbewustzijn

in het kind te

ontwaken.

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 413

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's