E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 393
Derde deel
XXXII. HOOFDSTUK IX.
ZOND.
bestaan
geestelijk zijde
wordt
niet ernstig
y/
genoeg de aandacht worden
Een dwaling toch van het ergste soort
gevestigd.
zoo Christenen
is het,
gaan inbeelden, dat de tegenstelling tusschen goed en kwaad op het
zich
erf van
het genadeverbond, wel niet geheel uitgewischt,
maar dan toch
zoodat een kind van God met de
Wet des Heeren
eenigszins verzwakt
meer zoo
niet
zou hebben
precies
we van
zijn
is,
want wel
dwaling;
goddelooze
en
en die door het genadeverbond volstrekt niet op
gaf,
Ook hierop kan
gezet.
395
is
rekenen.
te
Wet
de
En
dit
nu
is
een gansch
voor ons geheel weggenomen,
de Wetsvervulhng volstrektelijk ontheven, in zoover hierin
een middel geboden was kort en onverzwakt
om
de eeiiivige zaligheid
Wet
blijft die
om
verdienen.
y
Maar onver-
des Heeren voor ons allen bestaan, als
levenswet voor de gezondheid onzer over onze bekwaamheid
te
en als maatstaf voor het oordeel
ziel
voor Clod
te verschijnen. In
Rom.
II: 6
spreekt
de heilige apostel van den God van het Genadeverbond als van een God,
naar
icelke een iegelijk vergelden zal
heerlijke
omschryving van
„Dengenen wel,
die,
die
met volharding
gehoorzaam
zijn, zal
Griek. Dit
deze
maar dengenen,
die twist-
verbolgenheid en toorn vergolden worden. Verdruk-
king en benauwdheid over
alle ziele des
menschen,
van den Jood, en ook van den Griek; maar
vrede
hij er
en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid
gierig zijn,
en
en dan voegt
goeddoen, heerlijkheid en eere en
in
zoeken, het eeuwige leven;
onverderfelijkheid
eerst
zijne iverken,
levenswet aan toe:
een
iegelijk, die het
die het
kwade werkt,
heerlijkheid, en eere,
goede werkt, eerst den Jood, en ook den
Want
er is
nu
een grondordinantie, die telkens en altoos weer terugwerkt.
is
geene aanneming des persoons
bij
God."
„We zullen allen geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, om weg te dragen wat we in het lichaam gedaan hebben, hetzij goed, we onder het Werkverbond hiertoe met de ingeschapen gerechtigheid zouden gekomen zijn; en dat we er nu toe geraken als vrucht van het kruis van Christus; maar
hetzij
de
kwaad." Het verschil bestaat alleen
einduitkomst
lijkheid ingaat,
schijnen.
En
„Kunnen
zij
„Jw geenerlei
daarom
dezelfde. Al wie ten leven en in de heer-
moet zonder smet
dit
dan
voortwandelende,
grond,
blijft
nu
is
het
niet zalig
zich
wijze;"
tot
en
of rimpel door
God
in het oordeel ver-
wat de Catechismus bedoelt
worden, die
God dan
hierin, dat
niet dit
in
als hij vraagt:
hun goddeloos ondankbaar leven
bekeeren?" hierop antwoorden laat:
zyn zeggen op het woord der Schrift
„dat geen onkuische, geen afgodendienaar, echtbreker, dief, geld-
zuchtige, dronkaard, lasteraar, noch roovei', noch dergelijke, ooit het rijk
van God beërven
zal."
y
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's