E voto Dordraceno - pagina 359
ZONDAG
HOOFDSTUK
XIII.
347
II.
ook ten tweede het beginsel van de heidensche philosophie, om weer op ouden Pantheïstischen trant de grens uit te wisschen en het al ineen te doen vloeien. Men weet dan ook, hoe naast de Reformatoren van meet af de Humanisten stonden, en hoe deze laatsten, o, zooveel verdierven wat de Reformatie begon op te bouwen. Vooral in de Luthersche Reformatie mengde zich dit kwaad op veelbeduidende wijze, en het is Calvijns eere dat hij voor de Gereformeerde volken dit kwaad veel sterker uitdreef. Luther in zijn eerste periode stond wel zuiverder, maar
paden
in
zijn
tweede periode sloeg
hij
bedenkelijke
den Sacramentenstrijd heel de tegenstelling tusschen Wittenberg en de Gereformeerden zich saamtrok in de vraag, in,
en toen eindelijk
bij
of Christus in het brood des
zag
tegelijk
Avondmaals zóó
én brood én de Christus was,
in
was, dat hetgeen men
stond
men
voor
tastbaar
precies dezelfde tegenstelling tusschen Pantheïsme en Theïsme, tusschen
Sem, tusschen ineenvloeiing en onderscheiding waarvoor we ook nu nog staan. En toen Luther nu voor de ineenvloeiing koos, en in de Luthersche belijdenis van den Christus Eutyches' dwaling herleefde, mengde zich metterdaad het oude Germaansche Pantheïsme weer in de
Japhet en
was
de Gereformeerde volken voor dit euvel bewaard heeft. Zwingli ging toen te ver en sloeg in het andere uiterste over, en nam met name uit het Sacrament het verband weg, om alleen de tegenstelling over te houden.
Christelijke belijdenis,
Maar
en
het Calvijns groote verdienste, dat
hij
Calvijn heeft toen én de tegenstelling én het verband gehandhaafd.
Zwingli verviel
in
Dualisme, Luthers volgelingen slopen weer den
weg
van het Pantheïsme op, en Calvijn alleen bleef waarlijk Theïst naar de Heilige Schrift.
Gevolg hiervan nu
is
geweest, dat met
name
in
Duitschland deze aloude
aan het gisten is geraakt. De Hernhutters dreven dit Pantheïsme op mystieke wijs, de bekende Theosofen dropen het in de verklaring van het wezen der dingen, de Luthersche godgeleerden verdedigden het in hun Ubiqueïteitsleer dogmatisch, en de Pantheïstische zuurdeesem
groote wijsgeeren pelijk door.
Fichte,
allengs weer
Schelling
en
Hegel voerden het wetenschapis opgestaan, die. Hern-
Totdat toen eindelijk Schleiermacher
hutter van opvoeding. Theosoof naar neiging, Luthersch naar levenskring
en wijsgeer naar aanleg, alle deze Pantheïstische bestanddeelen
in
één
stelsel vermengd heeft, dat, o, zooveel schoons en bekoorlijks bezat en waardoor destijds schier heel de Luthersche kerk is verleid. Uit Duitschland is toen van lieverlee in allerlei geleerde geschriften dit Pantheïstisch gekleurde Christendom ook in de Gereformeerde landen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's