E voto Dordraceno - pagina 148
ZONDAG
136
VIL
HOOFDSTUK
III.
van veel begripskracht en veel geheugen drukt de eenvoudigen
niet neer,
maar heft ze op. En hiermee valt dan tevens het sprookje van kinderen, die op het geloof van hun ouders gedoopt wierden; vervalt alle moeilijkheid uit het Doopsformulier; en komt er klaarheid en vastheid van gang door de eenheid die in het wezen des geloofs wordt gehandhaafd. Altoos weer het geloof onder het beeld van de spons.
spons nog dor en droog, toch
is
aanraking kwam. Maar doopt ge ze
in
vocht
inzuigen.
En
doet
Ook
al
ligt
de
nog met geen water het water, dan moet ze het
ze spons, ook nu ze in
ze dat niet, dan blijkt ze geen spons te zijn.
En zoo verstaan we dan nu ook de
22ste Vraag van den Catechismus,
op het onderzoek: Wat is dan een Christen noodig te gelooven? geantwoord wordt: Al wat ons in het Evangelie beloofd v^ordt, hetwelk ons de artikelen onzes algemeenen en ongetwijfelden Christelijken geloofs als
in
een hoofdsomme leeren.
Terecht toch
is
hiermee uitgesproken, dat elk persoon, die van Gods-
wege een ingewrochte geloofshebbelijkheid zoodra
hij
met de belofte van het Evangelie
geloofservaring
of in
ontving,
aanraking komt, zich daar-
voor ontsluiten zal en deze belofte gretiglijk aannemen. Dat Evangelie
nu eenmaal. Die beloften schitteren er
ligt er
in.
En nu
is
Evangelie
dit
alzoo geformeerd en dat geloof alzoo ingewrocht, dat zoodra ze met elkaar in
aanraking komen, het ééne
Toch
ligt
er
nog meer
in
in het
dit
andere inzuigt en indringt.
antwoord;
iets
wat vooral tegenover de
pseudo-mystiek der Ethischen moet volgehouden. Er staat namelijk
niet,
God begint met Jezus in zijn gemoed op te nemen, aan Jezus over te geven, maar dat alle geloof begint met een gelooven van het Evangelie, en wel niet van den Christus in dat Evandat een kind van
of zich
gelie
maar van de
dus niet van de
zij
beloften die in dit Evangelie vervat zijn. Het begint
van het gemoed, noch van den
van het bewustzijn.
En
dit natuurlijk,
dit
kan
niet anders,
begint met Jezus aan te nemen,
is
—
al
wil,
maar van de
het roepen, dat
men
zij
eerst
ongerijmd.
Hoe toch wilt ge Jezus aannemen, zoolang hij niet meer voor u is, dan een naam zonder inhoud, een klank zonder wezen? En zegt ge: „Nu, maar zoo bedoel ik het ook niet, ik bedoel een aannemen van Jezus, als Verlosser van zondaren", welnu, dan ligt reeds hiermee heel de Ethische theorie onderstboven geworpen, want te weten dat Jezus een Verlosser van zondaren is, is geen zaak van het gemoed noch van den wil, maar wel terdege een zaak van ons bewustzijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's