E voto Dordraceno - pagina 350
ZONDAG
338
om
is
Hij
HOOFDSTUK
XIII.
I.
dan Gods eeniggeboren Zoon genaamd", en in zijn /heerschappij of met vraag 34: ,, Waarom noemt ge Hem onzen Heer e?"
//eer-zijn over ons,
Deze dubbele vraag, en met name de ons geloof
rust.
Dit blijkt klaarlijk
eerste, raakt het
uit
wat Jezus
fundament waarop op de bekende
zelf
van Petrus antwoordde. Toen toch de heilige apostel Petrus in naam van het geheele Apostolaat op 's Heeren vraag: „Maar gij, wie zegt belijdenis
dat Ik
gij
ben?" beleden had:
,,Dat gij
levenden Gods!" heeft de Middelaar
ter
zalig gesproken, er bijvoegend dat alleen de dit
door
de Christus, de Zoon des
zijt
hem
wille
Vader
van deze belijdenis de hemelen hem
uit
Geest geopenbaard had; niet vleesch en bloed; en
zijn Heiligen
dat op deze belijdenis de kerke als op haar fundament derwijs vast zou dat hel noch Satan iets tegen haar zou vermogen. En toen het, na jarenlange worsteling, tusschen den Middelaar en het Sanhedrin eindelijk tot beslissing kwam, toen is de grond, waarop het doodvonnis van het Sanhedrin rustte, weer geen andere geweest dan juist diezelfde ,, goede staan,
Zone des levenden Gods was." Op dat zeggen heeft college van bijzittende ambtsdragers Jezus als Gods-
belijdenis", „dat Hij de
Cajaphas en heel
zijn
Dienvolgens verklaart dan ook de Heilige Geest
lasteraar veroordeeld.
door den heiligen apostel Johannes: „Zoo wie beleden zal hebben dat Jezus de Zone
Gods
is.
roept dezelfde apostel gelooft
God blijft in hem en hij in God" (1 Joh. V „Wie is het die de wereld overwint, dan :
uit:
dat Jezus de Zone Gods
is!"
(1
Joh.
V
:
5); en besluit
hij
5); die
het
voorlaatste hoofdstuk van zijn Evangelie met de betuiging: ,;Deze dingen zijn
geschreven, opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus, de Zoon des levenden Gods en opdat gij geloovende het leven hebt in zijn naam" (XX 31). Deze uitspraken zijn zóó stellig en afdoende, dat ze geen twijfel overlaten. Een Middelaar te belijden, die Profeet, Priester en Koning is, baat u nog niet; en kracht ontvangt die belijdenis eerst door de bijvoeging :
dat deze
uw
Middelaar de eeniggeboren Zoon des Vaders
De oorzaak
om
hiervan
is
licht
in
te
zien.
is.
Immers, hetgeen u noodig
is,,
maar dat er zeker plaatsbezaakwaarnemer kleeder en voor u optrede, maar wel dat een zoodanig aan het verderf
te
ontkomen,
is
niet
uw zaak op eenmaal afdoe; zóó afdoe dat de eere Gods het hoogste blijve; en tegelijk eiken twijfel of God uw zake wel als afgedaan rekent, geheel voor u wegneme. Ten eerste: Uw zake moet op éénmaal afgedaan. Uw zake en de zake uwer broederen, want gij zijt met hen lotgemeen. En nu baat het u niets, of er al stuksgewijze afdoening, afdoening van uw zake voor een deel kome. Ge ligt onder den doem van een eeuwigen dood en van een nimmer plaatsbekleeder voor u gevonden worde, die
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's