GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 333

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 333

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG Christus.

Maar

toch,

over liggen, en met uit

XII.

HOOFDSTUK

hoewel men het beleed, er bleef nog altoos een sluier uit de prediking des Woords, en dientengevolge

name

was

het geloofsbewustzijn der kerken,

dit

geheel weggevloten, tot Kohlbrugge met name cian

321

VII.

stuk der belijdenis schier dit

gewichtig stuk weer

de conscientie aanbeval.

De nevel die over dit stuk zweven bleef verklaart zich daaruit, dat men de rechte verhouding en beteekenis van het priesterschap van Melchizedek en Aaron niet inzag. Omdat men van Aarons priesterschap in de Schrift des O. V. zoo veel en van dat van Melchizedek zoo weinig las, is men ongemerkt het priesterschap gaan opvatten, alsof het in hoofdzaak op de verzoening van zonde doelde, en zag ganschelijk voorbij, hoe het priesterschap, geheel afgescheiden van de zonde, reeds in het paradijs bestond, 's menschen natuur. Wat geheel bijkomstig was, is men zoodoende voor het wezen der zaak gaan aanzien, en hierdoor wierd de rechte blik op het priesterschap van den Christus geheel onmogelijk. Uiteraard had nauwkeuriger bestudeering van de Heilige Schrift voor deze dwaling kunnen behoeden; maar natuurlijk was anders deze dwaling

als ingeplant in

in ons,

zondaren, wel.

eindelijk dan toch door de ontzaglijkheid van wordt aangegrepen, is de zonde haar zóó het schriklijke monster, waardoor ze zich benauwd gevoelt, dat het onnatuurlijk zou zijn, zoo ze bij den Middelaar niet bijna uitsluitend het rantsoen ging zoeken.

Als een

Gods

Om

ziel

eindelijk,

heiligheid

een rantsoen voor haar zonde

is

zulk een

het

ziel

Als ze van haar doemschuld maar bevrijd kan worden,

dan is

te

ze er.

doen.

Een

Goël, een Verlosser, een Borg zoekt ze voor haar behoudenis.

Op die manier treedt derhalve de Verlossing van zonde geheel eenzijdig op den voorgrond en vat de onjuiste gedachte post, dat, zoo de ziel maar van zonde verlost kan worden, zij het overige en het verdere wel zelve zal doen. Toch is deze dwaling der eenzijdigheid in hooge mate bedenkelijk. Immers op die wijs wordt uw religie niets dan een soort heilsinstituut om zondaren te redden, en staat uw zaligheid en niet de eere van Gods naam op den voorgrond. Zoodra toch, in zuiver Gereformeerden zin, de religie weer wordt: „Gode zijn eere geven", is alle verzoening nog niets dan het wegnemen van wat door de zonde tusschenin kwam, en komt daarna eerst heel de breede en alomvattende vraag, hoe Gode de eere van zijn schepsel toekomt.

Vandaar dat we zoo uitvoerig over

het paradijs, over Melchizedek en

over Aaron spraken, overmits zóó alleen de inzicht,

E

Voto

I

waardoor deze noodlottige dwaling

weg gebaand

bij

is

tot

een klaar

den wortel wordt afgesneden. 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 333

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's