In de schaduwe des doods - pagina 134
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
136
De gemoedsstemming,
die hier achter school, was geen mysterie. zulk een stil en kalm bereiden van zijn huis, dat men op zijn sterven qerekend had, en het woord van Jezus niet in den wind had geslagen, „dat Hij komen zou als een dief in den nacht." Wie zoo heengaat, had zich nog bij zijn leven met dat heengaan vertrouwd gemaakt. Had bij auderer sterven aan eigen sterven ge-
Er
bleek
toch
En het om nog in de
dacht.
uit
niet in strijd
met een gezonden levensregel gevonden, dood voor oogen te
volle kracht zijns levens toch zijn
houden.
Men
verstond het nog wat in onze Psalmberijming staat:
De dood
wenkt ieder uur. Niet
dat
men daarom
|!jesteldheid
levenszat of levensmoede was.
Yeel minder de geestesvan de ouden van dagen was veel frisscher en krachtiger
dan thans wierd
toentertijd van zelfmoord
vernomen.
En
dan thans. jonge menschen en kinderen hielden toen van de ouden van vonden hen interessant en waren gaarne bij hen. Alleen maar het was meer het natuurlijke leven van een menschenZelfs
dagen
;
;
kind, die M'eet dat hij een pelgrim op aarde is, en dat zijn eigenlijke bestaansdoel buiten deze aarde ligt. Een pelgrimsbesef, dat toch ook weer niet onverschillig voor de dingen van deze aarde maakte, want juist toen bereidde men, eer
men
sterven ging, ook zijn huis.
Maar toch, sterker nog dan dit bereiden van zijn huis, boeit u in Jakob dat bevelen geven aan zijn zonen. Jakob is in zijn sterven met zijn kinderen bezig. Die kinderen zijn de voortzetting van zijn leven, als hij er op aarde niet meer zijn zal.
En
stemt ge nu toe, dat Jakob door profetische inspiratie van getuigen kon op een wijze, zooals dat u, die deze inspiratie niet hebt, ondoenlijk is, toch ging die profetische inspiratie niet om buiten de natuurlijke kennis, die hij van elk van zijn kinderen had. Jakob had zijn kinderen blijkbaar bestudeerd. Hij had hun gangen en wegen gadegeslagen. Was zoo ingedrongen in hun karakters, en kon uit die karakters hun wezen bespieden. En nu op zijn sterfbed roept hij ze allen om zich heen. „Komt samen", zoo roept hij, „gij zonen van Jakob, en hoort naar Israël, uwen vader." Hij was hun vader. Hij had ze gegenereerd naar meer dan het vleesch. En als hun zijn
al
kinderen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's