In de schaduwe des doods - pagina 116
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
108
Maar zoo
bij wie buitenshuis verpleegt niet. tegenover een kranke die ons vreemd is; die noch als bloedverwant noch als vriend een eisch op ons hart kan doen gelden; en dien we nu in zijn krankheid verzorgen zullen, omdat we ons aan dezen liefdedienst gewijd hebben, ons bij een huis van barmhartigheid aansloten, en door hen die dit huis besturen, naar dien zieke verwezen worden, hetzij in het hospitaal, hetzij in de particuliere
het
is
Dan. staat
men
woning.
Dat men zelf zulk een verlaten zieke opzoekt, en hem uit eigen beweging verplegen gaat, komt ook wel voor, maar toch hoogst zelden. Bijna altoos wordt men naar dezen of genen zieke gezonden. Om het geld gaat dit niet want ook bijaldien er betaald wordt, vloeit dat geld in de kas van het huis. De verpleegster zelve heeft niets dan een sober deel en slijt voorts ;
haar leven in waken, in bijstaan en verzorgen.
En nu spreekt het toch vanzelf, dat er nog een heel andere prikkel in het hart moet werken, om bij zulk een geheel vreemde, vaak met weerzinwekkende ziekte behept, soms in een stulpje, waarin alle gemak ontbreekt, temidden van een armoe, die niet te verhelpen is, met bijna geen middelen een armen lijder, of een hulpelooze lijderes de ;pijn te stillen en het leed te verzachten, dat benauwt. In zoover is hier dus een veel sterker spanning van de liefde noodig dan bij de huismoeder in haar eigen gezin. Slechts hebbe men er een oog voor, dat juist die hoogere spanning ook een eigen geestelijk gevaar meebrengt. Een ieder weet het zoo van ons we weten het zoo goed van onszelf; er is in heel dit liefdewerk zooveel dat zich naar buiten vertoont; en juist daaruit komt voor ons arglistig hart zoo vaak een ;
valsche prikkel.
Nu geldt natuurlijk de heerlijke belofte van Jezus alleen voor die ziekenverpleging, die in haar aandrift en haar prikkel zuiver bleef. op die heerlijke belofte te kunnen pleiten, moet ge uw zieken verplegen uit liefde; uit niets dan liefde; uit die liefde die met den 'kranke medelijdt; en nu uit deernis dat lijden poogt over te nemen en te verzachten. Elke bijbedoeling doet hier afbreuk aan het heilig karakter dezer
Om
ontferming onder menschen. Er mag geen zucht naar bedrijvigheid, er mag geen zoeken van eigen eere, er mag geen inbeelding van eigen voortreft'elijkheid zich inmengen, of het blijft alles de luidende schel van één Corinthe 'dertien.
En daarom Bij
laat
men
toch voorzichtig zijn. is in veel gevallen noodzakelijk,
vreemden gaan verplegen
en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's