In de schaduwe des doods - pagina 133
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
125
uw huis, want dezen van u worden afgeëiseht. En zelfs dat doen zoovelen niet meer. Zelfs van ouden van dagen die wegstierven, hoort ge telkens, dat ze niets bepaald hebben; dat men over alles in het onzekere is, hoe en dat de achtergelaten huisgenooten ze het zouden gewild hebben moeten raden en gissen. Veelal een nietszeggend testament gemaakt, toen ze huwden. En sinds heeft men er op toegeleefd, alsof het goede, vriendelijke leven rusteloos van jaar tot jaar zou bestendigd worden. Er is dan wel niet gedachteloos geleefd; maar men leefde dan toch jaar uit jaar in, zonder ooit ernstig aan zijn verscheiden te denken. En zoo staan dan vrouw en kinderen vaak zoo onverwacht bij de lijkbaar, niet wetende wat ze beginnen zullen; zelven meest van zaken» geen verstand hebbende en zoo gaat de eigenlijke beschikking dan, o, zoo vaak over in handen van een aanspreker, die alles beveelt, Juist zooals Jezus in de gelijkenis zei: Bereid
nacht
zal
uw
ziel
;
;
of een notaris, die alles bedisselt.
En
dit
nu mag
niet.
uw
jongsten snik toe blijft ge een verantwoordelijk persoon, en indien ge nu hoofd van uw gezin zijt, en vader van kinderen en rentmeester van eenig goed, en de uwen bij uw leven gewoon zijn geweest op u te steunen en te leunen, moogt ge hun bij uw sterven niet zoo opeens dien staf uit de hand slaan. Oudtijds hoorde men dan ook van allerlei testamenten. Van een testament ook natuurlijk over het goed dat men naliet, maar toch ook over veel meer. In zulk een testament legde men nog eens getuigenis af van zijn geloof en van de hope der heerlijkheid, waarin men wegstierf. In zulk een testament gaf een vader nog raad en vermaan aan de kinderen, die hij achterliet. En was hij in zaken van Staat of Kerk of Volk gemengd geweest, dan vond men in zulk een testament niet zelden nog aanwijzing of beschikking hoe te handelen ware. Men beleed in zulk een testament nogmaals zijn zonde en vergaf zijn
Tot op
vijanden, of vroeg om vergiffenis. En zelfs over zijn begrafenis en de plek, tot
den jongsten
dag,
gaf
zulk
een
waar men rusten wilde
testament
niet zelden vinger-
wijzing.
En natuurlijk, wie in zulk een stemming zijn testament schreef, vergat dan ook de weldadigheid niet en als hij ruime middelen bezat, en het voor vrouw en kinderen kon, bedacht hij arme familieleden, de armen van Gods kerk, of allerlei instellingen, die Gods eere be;
doelden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's