Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 99
Deel een. Inleidend deel
;
Afd.
De
§ 51.
De
Hfst.
2.
III.
§ 51.
DE SCHOLASTIEK.
91
Scholastiek.
Scholastiek heeft geen Real-Encyclopaedieën geleverd, noch in
hodogetischen leiddraad denkbeelden over den samenhang der onder-
vakken ten
scheidene theologische
beste gegeven, en heeft toch
desniettemin voor de Encyclopaedische ontwikkeling der Theologie
meer gedaan dan Reeds door
op te treden en het denkbeeld van een Scola opkomen, bewees ze uitnemenden dienst. Zulke
Theologiae te doen scolae
om
waar de studiën beoefend wierden
Rome bezeten
land en te
de Institutiones clericorum en Specula saam.
al
in scola
,
de studiën had Grieken,
en ook de scola die onder Clemens en Origenes
Alexandrië bloeide, had oorspronkelijk volstrekt
Doch
opleiding van leeraars ten doel.
ondergegaan
het seminarium
in
ook
,
werd het Trivium
Propaedeutisch
sinds
niet uitsluitend
was de
eigenlijke scola
droeg het dien naam
al
de
niet.
quadrivium gegeven, doch
et
wat men verder onderwees, doelde schier uitsluitend op theologische opleiding.
Voor de sobere kennis
in eere bleef,
zoover er ook
die
waren toch meest de
ook buiten het
clerici
erf der
Kerk
schatbewaarders en voor ;
de rechten en medicijnen wierd gestudeerd, droeg
in
deze studie schier eeniglijk
het
karakter
van dressuur.
Bij dien
stand van zaken konden dus slechts tweeërlei soort van werken op
encyclopaedisch
collectanea
En in
,
waarin
een theologisch kader liep i.
op
;
ten eerste de geschriften die een
kennis in zekere orde was saamgevoegd.
allerlei
wel beproefde Vincentius
en d.
treden
terrein
boden voor kerkelijke opleiding, en ten andere groote
leiddraad
uit
te
,
om
dezen schat van voorhanden kennis
organiseeren
maar
een vernietiging van de Theologie
Zoodra echter het denkbeeld van de stond
,
zijn
poging mislukte
op een theologiseeren van de profane wetenschappen
men voor
een
geheel
scola
als zelfstandige studie.
theologiae
opkwam,
andere orde van zaken. Vooral het
terugvinden van de belangrijkste geschriften van Aristoteles gaf hier
den stoot
toe.
Zoolang men toch van Aristoteles weinig meer
ter
beschikking had dan hetgeen in Boëthius' commentaren over enkele zijner
geschriften,
die
vinden was, verkeerde
oude
philosophen
op het
terrein
der logica thuishooren, te
men onder den
indruk, dat de studiën der
schier
uitsluitend
formeele beteekenis hadden
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's