Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 256

Afd.

248

sequa"

(p.

Wat nu

15).

moet ingedeeld

2.

Hfst.

III.

SPENER.

§ 85.

deze studie in engeren zin aangaat, deze

Systematica studia Polemica,

in studia Biblica, studia

,

studia Historica, studia Philosophiae en studia Jurisprudentiae

eloquentia.

Voor de

studia Biblica

en zoo het kan ook van het Hebreeuwsch niet strikt noodzakelijk (p.

De

17).

cum

de kennis van het Grieksch,

is

utilitatis

permagnae maar ,

lezing der klassieken

vervangen door de lezing van Josephus

,

wordt beter

Eusebius enz. Geographia

en Chronologia, evenals Antiquitas sacra zijn aanbevelenswaardig,

maar Commentaren raadplege men met omzichtigheid. En bij de Hermeneutiek gelden ook voor de H. Schrift de gewone hermeneutische regels maar ,, in spiritualibus sensus per habitum in campo ,

,

hoc

omnium artium

exercitati,

Theologische studiën

matische leiden,

regulas superant" (p. 19).

geheel

zijn

met dien verstande, dat

De Syste-

Bijbelschen zin te

in

de stof uit de H. Schrift

niet alleen

geput worde, maar ook de termen en onderscheidingen alleen aan

de H. Schrift worden ontleend. Toch

mandantur

batur"

(p.

20).

„Non

inkomen.

quodam, quem de

ventus

Van

et

definitionis

gevonden

eerst

„si res

veritas experientia

Scholastieke geleerdheid

potest enim aqua vitae

de H. Schrift op

feitelijk

wordt

zichzelve niet het laatste bewijs. Dit definitae cordi

is

eum

mag dan ook

implere locum

in

proniets

vase

inplevit ventus", waarbij natuurlijk de Scholastiek

en hetgeen de Piëtist wil de aqua

is,

vitae.

De

Studia

Polemica moet beginnen met de bestrijding van de zaden der haeresie in het eigen hart;

haeresie

verwarren

voorts sober zijn; den haereticus nooit met de

en stipt rechtvaardig gefundeerd zijn op hun

;

eigen uitspraak en bedoelingen torische studiën

het

inwendig

moet

leven

onze eigene Kerk,

aandacht

zijn,

om

(p.

23

— 26).

De

strekking der his-

vooral het leven der vroomheiden

der Kerk te doen kennen en niet enkel op maar op alle deelen der Christelijke Kerk de ,

te vestigen, terwijl

de lezing van de Patres en Reformatoren

den blik moet verruimen en de kennisse deger maken Heel de historie der Kerk moet een beschrijving agni

cum dracone

exercetur''

dan

(p. 27),

eigenlijk

et

quomodo

in his

zijn

26

(p.

van de

,,

—

28).

pugna

omnibus occultum Dei iudicium

en de vaticinia vervuld worden.

En hiermede is

de Theologische studie ten einde; want wel wordt

ook nog van een kerkelijke jurisprudentia en eloquentia gehandeld,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen