De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 98

84

LEERREGELS.

vaardigmakiüg des menschen voor God overeenstemminge van de gansche Kerk.

,

tegen

de

eendrachtige

Die leeren: »dat alle menschen in den staat der verzoening V. en genade des Verbonds zijn aangenomen alzoo dat niemand om der f;rfzonde, der verdoemenisse scliuldig is of verdoemd zal worden maar dat alle menschen van de schuld dezer zonde vrij zijn." Want dit gevoelen strijdt tegen de Schrift, welke zegt, dat wij van nature kinderen des toorns zijn (Efez. 2: 3). Die het onderscheid tusschen verwerving en toeëigening VI. daartoe gebruiken, opdat zij den onvoorzichtigen en onervarenen dit gevoelen mochten inplanten, »dat God, zooveel Hem aangaat, die door den dood van Christus verallen menschen die weldaden kregen worden, even gelijk heeft willen mededeelen maar dat sommigen der vergeving der zonden en des eeuwigen levens deelachtig worden, anderen niet, dat zulk onderscheid hangt aan dewelke zich voegt bij de genade die zonder hunnen vrijen wil onderscheid aangeboden wordt, en dat het niet hangt aan die bijdie krachtiglijk in hen werkt, zondere gave der barmhartigheid opdat zij zichzelven die genade boven anderen zouden toeëigenen." Want dezen zich gelatende alsof zij dit onderscheid in eene gezonde meening voorstelden, trachten het volk het verderfelijk venijn van de Pelagiaansche dwalingen in te geven. Die leeren: ))dat Christus voor diegenen, die God ten VII. hoogste liefheeft en ten eeuwigen leven heeft veikoren niet heeft kunnen noch moeten sterven, ook niet gestorven is, naardien deWanl zij zulken den dood van Christus niet van noode hebben." wederspreken den Apostel, die zegt: Christus heeft mij lief gehad, 20). Ingelijks: en heeft zichzelven voor mij overgegeven (Gal. 2 Wie zal. beschiddiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, die rechtvaardig maakt, Wie is het die verdoemt? Christus is het, die gestorven is (Rom. 8 33 34), namelijk voor hen; en den Zaligmaker, die zegt: Ik stel mijn leven voor mijne schapen, en Dit is mijn gebod dat gij clkandei' liefhebt gelijkerioijs Ik xdie:

,

,

—

;

,

;

,

,

,

—

,

,

—

:

:

:

den

,

,

lief

gehad heb. Niemand heeft meer

zijn leven

zette

,

liefde

voor zijne vrienden (Joh. 10

:

dan deze

,

15 en 45

dat :

iemand 12, 13).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen