De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 143
benevens het Kort Begrip der Christelijke Religie
CirniSTELTJKE
129
KF.),TfiTF,.
6 Rom. 6 Stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen 13. der ongercclitiglieid; maar stelt uzelvcn Gode , als uit de dooden levend geworden zijnde, en stelt uwe leden Gode lot wapenen der yerechtigheid. c Ik heb een vermaak in de ivei Gods, naar Rom. 7 22. :
:
den inwendigen mensch. d Gal. 5 Indien 25. door den Geest wandelen.
wij
:
door den Geest leven, laat ons ook
Gat. vr. 91. Geloofsbel. art. 24. Leerreg.
Wat
68. Vraag.
V,
7, 12,
13.
goede werken?
zijn
Alleen die uit het ware geloove •, naar de Hem ter eere geschieden; en niet die op menschen of op ons goeddunken * gegrond zijn.
Antw.
Wet Gods
*,
inzetting'',
"^
Rom. 14 23. Al wat uit het geloove niet is, dat is zoude. Ezech. 3G : 27. Ik zal mijnen Geest geven in het binnenste van u; en ik zal maken, dat gij in mijne inzettingen zult ivandelen, en mijne rechten zult bewaren en doen. Hetzij dan dat gij lieden eet, hetzij dat gij c 31. 1 Oor. '10 drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter eere Gods. 9. d Matth. 15 Tevergeefs eeren zij Mij, leerende leeringen, o
:
b
:
:
geboden van menschen zijn. e 23. Dewelke wel Col. 3
die
:
hebben eene schijnrede van ivijs' zijn niet in eenige waarde,
heid in cigenioilligen godsdienst, doch maar tot verzading van het vleesch. Gat. vr.
91—113.
69- Vraag.
Kunnen
Geloofsbel. art. 24. Leerreg. I, 9. die tot
zij,
God bekeerd
zijn,
de wet volkomen
houden ? Antw.
Neen
zij
toch «
,
maar ook de
allerheiligsten
,
zoolang
zij
hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid *; doch alzoo, dat zij met een ernstig voornemen, niet alleen naar sommige, maar naar alle geboden Gods beginnen te leven «, gelijk zij ook den lleere geduriglijk bidden om dagelijks dit
ia
leven
daarin toe te
zijn,
nemen
•^.
Indien wij zeggen, dat wij geene zonde hebben, zoo verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet. Rom 7 14 en 15. Want wij weten dat de wet geestelijk is; b maar ik ben vleeschelijk, verkocht onder de zonde. Want hetgeen ik
a
1
Joh. i
:
:
8.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's