Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 219

;

Afd.

brief, slechts teren

Hfst.

2.

op wat

III.

§ 79.

GAUSSEN.

211

Luthersche kringen werd geïmporteerd.

uit

§ 79. Etienne Gaussen.

De Theologische Encyclopaedie van ETIENNE Gaussen

(eerste

uitgave in 1670) was voor zijn tijd een werk van beteekenis,

wat reeds daaruit

blijkt, dat ze

Harderwijk en

Utrecht het

in

Frankrijk

Deze

zijn.

te

elders, o.

als

tiones theologicae

1790

in

in

1727

in

in

Duitschland, herdrukt te

ons ten dienste staat,

en draagt ten

iets

zevende uitgavete

zag, na herhaalde malen, zoo

licht

nog

a.

laatste uitgave, die

Rambach bezorgd

nog

is

door Prof.

Step/umi Gausseni disserta-

titel:

de studii theologici ratione de natura Theologiae ,

,

,

Halae, ex omcina Crugiana 1727. Reeds het herdrukken van dit

al.,

werk

toont genoegzaam, hoe de

in dien tijd,

dat

Spener er geestverwantschap

van

school

en

Halle,

in

bedroog men zich

En

in ontdekte.

Gaussen was

te Halle niet.

leerling der

hierin

Saumur-

sche academie en bekleedde, na gepromoveerd te zijn, aldaar het

hoogleeraarsambt

de

in

Godgeleerdheid van 1664 tot 1675. (Zie

Dan. BOURCHENIN, Étude sur les Académies protestantes en France, Paris 1882, p. 463 en 469.) Door Cameron en Amyraut gevormd, stond ook

hij

in verzet

tegen de meer principièele opvatting der Ge-

reformeerde Theologie, die

Dordrecht

te

in

1619 had gezegevierd

en het kon niet anders of de machtigste steun

ook door hem gezocht worden

in

bij dit

verzet moest

de rechten die het gemoed tegen de ,

consequentiën van het hoofd kon doen gelden. Dit blijkt reeds aanstonds

uit

kennisse

de

definitie,

Gods en de

die hij

eere van

van Theologie geeft, en waarin de

Gods

majesteit geheel terugtreedt voor

maar een doctrina, Verbo Dei contenta de mediis quibus Deus vult hommes ad salutem aeternam pervenire (p. 90). Toch is Gaussen daarom nog de soteriologische opvatting. Wel

is

,

geen volbloed de

piëtist.

Wel

hem

ze

een doctrina

,

,

deelt hij in de bedenkingen, die tegen

schoolsche behandeling der Theologie zijn ingebracht, maar

toegeven, dat daarom alle methodus moet geworpen. Hij zegt hiervan: „opinio est, quam partim probamus, partim non probamus" (p. 83). Zonder methode, dit voelt ook Gaussen wel, is geen onderwijs

toch

kan

tractandi

hij

nog

niet

over boord

denkbaar; alleen

staat hij er

op, dat

men

bij

het bepalen dezer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen