Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 197
Deel een. Inleidend deel
Afd.
Hfst.
2.
en de heilige dingen
in
III.
verband
om
of als middel van verweer, in zijn
innerlijke
analyse
{Meth.
aan de
ratio
behoort
waar als
men
doen treden en
te
publ.
TJieol.
lect.
argumenten ontleenen,
die de
geven
Welbewust keurt
men de
Theologie
de
standpunt
der
geen
dachten
daarom nog
trok,
Gereformeerden.
latere
concludeert
zoo
toch,
en
Philosophie niet
zonder haar een ander
,
daarom de grenzen Philosophie
de
wat van zichzelf
getuige tegen de waarheid op te treden.
als
hij
v.).
kon men
al
waarheid staafden, dan
zich hiervan nochtans te onthouden, daar
te
door logische
1620. p. 93
haar gebruik dan ook uitgeput, en
is
getuige voor de waarheid kan oproepen
maal recht
xvotffxevamxés
.
te stellen
exJiibita.
geen nadere staving behoeft; en
is,
3
;
189
hetgeen tegen de waarheid overstaat
onhoudbaarheid ten toon
Stndii
Doch hiermede
JOHANN GERHARD.
§ 74.
dat
hij,
die Alstedt tusschen
en
(Ib.
op
er
denkbaar
tegenspraak
,
af,
zij
veroordeelt 109).
p.
zichzelf
toch
,
Al
in
het
is
het
Gods
ge-
Gods denken
is
aan de logische wet van ons menschelijk denken
niet
gebonden, en het kan daarom zeer wel
zijn
,
dat in eenzelfde
dogma
twee elementen geponeerd worden, die voor ons besef onvereenigbaar zijn
(p.
Wel
1 1 1).
natuur noodig,
heeft
omgekeerd de Philosophie het bewijs der
voor afdoling behoed blijven maar de Theo-
zal ze
,
logie wordt als zoodanig nimmer door philosophisch licht bestraald. „Lumen naturae non perficit lumen gratiae, sed lumen gratiae per-
lumen naturae". Het
ficit
hoofde
nog
Gerhard aan de
is
waarom veel
is
hij
oordeelt
,
van hoogere orde
autoriteit der
toe
,
dat in
God
de Schrift en het
op,
,
quam
,
;
is
,
sed in disciplinarum
tradendi et percipiendi facilitatem respectus p. \oa).
Woord Gods
Een
zakelijk onderscheid tusschen
laat hij hierbij
niet toe.
hoe een koninklijk bevel één en hetzelfde
mondeling meegedeeld
dan aldus voort erat,
Deo en maar den
moet plaatsen want wel stemt
het „principium essendi
habetur" (Exeges. uberior
er
gelegen,
non tam ad essendi quam cognoscendi principium, nee tam
dignitatem
rei
alles
minder van den locus de Ecclesia moet uitgaan
tractatione
ad
H. Schrift
dat de Dogmatiek niet van den locus de
locus de S. Scriptura op den voorgrond hij
116). Uit dien
(p.
hodierna
:
,
blijft,
of in schrift overgebracht wordt.
,,Quem ad vero
modum homo
vestitus,
unus
,
homo
Hij wijst
of het
En
gaat
qui luce hesterna nudus est,
qui bifariam sese
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's