Uit het Woord - pagina 37
Stichtelijke bijbelstudiën. Tweede bundel.
33 de hand aan het heilige slaat, werkt met vuur. Het heilige is als een vuur, Jezus zelf noemde het zoo, toen Hij zijn zending omschreef, als een komen „om te doopen met den Heiligen Geest en met vuur'' Elk schepsel onder de kinderen der menschen zal of hier op aarde „met vuur gezouten worden," of in den dag des oordeels „door vuur worden verteerd." De Driemaal-heilige zelf heet een „verterend vuur," en zijn machtig, onweerstaanbaar woord is den profeet als een „vuur in zijn beenderen."' Wat is nu de werking des vuurs? Een dubbele. Het vuur behoudt of verteert. Zoo nu ook het vuur des Heiligen. Het heeft eenerzij ds kracht ter
Die
verzoening en ter behoudenis, anderzijds ten verderve. Yerzoenend werkt het vuur dat door den seraf van het altaar wordt genomen, om Jesaja's onreine lippen te zuiveren. Louterend werkt het vuur onder den smeltkroes des lijdens. Nog in den jongsten dag zullen er „behouden worden als door vuur."; Maar ook het vuur des Heiligen verteert. „Met vuur," zegt Jesaia, „zal de Heere in het recht treden." „Hij zal doorbreken als een vuur en zijn wagenen als een wervelwind, om met grimmigheid zijnen toorn hiertoe te wenden en zijne schelding met vuurvlammen." Daarom heet ook het lijden der eeuwige verdoemenis een lijden „des eeuwigen vuurs," een verkeeren in „het vuur dat niet uitgebluscht wordt," wijl ook het volstrekte verderf nog een ervaren is van het heilige Gods. Dat geestelijk vuur nu is in Gods Woord besloten, en in het Woord dat bij God en God was, in den Christus geopenbaard. Prediking van dat Woord, prediking van dien Christus, oefent
daarom Zijn
altijd
kracht.
Woord
gaat
uit
en
keert
niet ledig weder, het doet al wat
Hem
behaagt. Toch is het
reddende
en
onloochenbaar,
behoudende
te
dat zijn,
die kracht vaak, verre van een veeleer schijnbaar tot niets wordt
gereduceerd. Hierin echter vergist men zich. Men heeft het oog uitsluitend op een zegenende werking, en waant, dat, waar deze uitbleef, van geen werking met al sprake kan zijn. Twee dingen verliest men hierbij uit het oog. Yooreerst, dat er door gansch de Schrift uitdrukkelijk van een prediking sprake is, die verstokking werkt. En ten andere, dat de Christus gesteld is niet slechts ter opstanding, maar ook ten val. Dat de Heilige Schrift een prediking ter. verstokking kent, is met het kapittel van Jesaia's profetische roeping voor oogen, volstrekt onloochenbaar. Met in bedekten term toch, maar met de klaarste
bewoording, wordt het uit de heiligheden des hemels den zoon van Amoz toegeroepen: „Ga henen, en maak het hart dezes volks dik, en 3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's