De overheid - pagina 9

Inhoudsopgave. elkander staande

komen

alleen

de wet, de menschel. logos meer coöperatief met

(bij

op

liggen beide

Qodd. dan

d.

van de gratia communis en het oogpunt van gr. comm. beschouwd

liet

uit

emp.),

bij d.

terrein

tot

haar recht.

Ons exclusief begrip van wetenschap komt in de H. S. niet voor. 73 Evenals de openbaring, opdat zij een algemeen karakter zou dragen, eerst 73 gegeven is aan een Oostersch, Semitisch volk (opgevangen in mystieken vorm)

en daarna zoo ook bij I.

II.

Op

:

de dialectische reflectie i. h. bewustzijn door den stam van Japheth, overige fac. eene empirische en e. wetenschappel. periode. 74

d. vier

elk gebied v. menschel. kennis gaat de eerste aan de

De overgang tusschen

die beide

is

niet plotseling

in de tweede werkt de empirie nog na; 73 deze geeft aan de wetenschap stof en inhoud.

(Onderscheid tusschen wijsheid en wetenschap.

De wetenschap

78

79)

79

begint met Aristoteles.

Zijn optreden dienstbaar

Na

tweede vooraf. 77

77

;

aan de dialectische ontwikkeling der waarheid (Paulus). 80

algeheele inzinking de dialectiek weer opgeleefd in de Scholastiek.

81

Eene meer universeele ontplooiing sedert de Reformatie.

De

17e en 18e

eeuw

81

82

het polyhistorische tijdperk.

Einde 18e eeuw (Kant) treedt op het generieke, organische begrip der wet. 82

Taak der encyclopaedie

voor elke faculteit aan

:

reeds tot een zelfstandig, bewust bestaan

A.

Uit den strijd tegen d. werking der op het veld

hoeverre zulk eene faculteit

i.

h.

kosmische leven ontstond 83 ;

84 87

cröj^a

„medische

„

;

88

(pócreg:

„

„

;89

„

v.d.

y.oiv^viot.

III.

„

„

„

v.h.

„

v.d.

„

zonde

in

83

;

,

„

toonen,

„

}^b'yog

„

IV.

te is.

„juridische

v.d.

II.

I.

B.

gekomen

(97)

:

:

de (philo)l O g

s c

i

h e faculteit

natuurkundige

Het empirisch bijzondere van het eerste nadenken bleef bewaard door 90 traditie en werd met

de historische en studieuse C.

Aristoteles

opgeheven

Door de

§

gr.

comm. houdt

eeuw

De verhoud,

universiteitswezen

op eigen

terrein

op de

t.

basis van

1.

III.

Haar teit

is

opgekomen 93

de hel tegen.

(94, 96)

gr. sp.

en

daaf

95

98 gr.

comm., doch 100

gratia communis.

d. iheol. (niet wat inhoud betreft, maar alleen formeel),

II.

92

vier overige faculteiten.

tussch, deze loopt parallel m. die

alle vijf faculteiten staan

Ook

het

elke fac.

De theologische en de

4.

wetenschappelijk generale.

in het

Waaruit in de 13de en I4de

zij V.

102

dCZe Ontvangt 102

eveneens haar subject (den menschelijken logos) met zijne instrumenten 102 in dat subject een aansluitingspunt a. haar object i. d. scintillae religionis 104 met de andere faculteiten haar doel in de theodicee op logisch gebied. 104 ;

;

object

(God) en methode evenwel ontvangt de theologische faculvan de gratia specialis. 106

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen