E voto Dordraceno - pagina 180

ZOND. XLI. HOOFDSTUK VII.

182

en dat

Want men er

delijke

voorstellingen opkomen,

zondigt.

daartegen niets

zegt

men

wel, dat toch gedachten tolvrij zijn,

aan doen kan, zoo

maar

in onze verbeelding booze, verlei-

onwaar. Onze verbeelding

dit is

is

geen heerschende macht in ons, maar een macht, die aan ons bewustzijn wel terdege onderworpen

men

mits

is,

er tegen inga, er tegen strijde en

haar onder bedwang houde.

En

zoo

onder

de

name

komen we

vanzelf tot die usantiën, die gerekend kunnen worden

dingen, die den

mensch

zonden trekken, waarbij met

tot deze

dient gelet op de drankzucht, op verkeerde kleeding en op de onreine

tooneelvertooning.

Bacchus en Venus gingen

altoos

hand aan hand, en

als

Bacchus

uit

de

wereld was, zou ook de macht van Venus gebroken hggen. Onze vaderen

drukten dit

door te zeggen:

uit

in de

er

ligt

bij

wijntje

komt

En juist daarom

Trijntje.

toenemende drankzucht van onze eeuw zoo dubbel gevaar.

Niet alleen toch, dat de overprikkeling van de hersenen en zenuwen door op zichzelf verwoestend werkt, den mensch verdierlijkt en oorzaak

drank

van

is

geldverspilling,

de tweede plaats

en

tie

macht

twist, vechterij

zonde tegen het zevende Gebod in de hand werkt. Wie geen

alle

om

in zich gevoelt,

daarom

ven, doet

onthouding

tien

hem

het gebruik van dezen drank matig te

bij

maal

Eu

overgaat.

geheelonthouding

blij-

beter zoo hij teatotaler wordt en tot geheel-

mits

nooit

hij

zich

maar

hierop

niet verheffe, zal

kwaad doen; en wat de drankzucht kwaad

zielen vernielde, vraag dat

en

stichtte,

en moordzucht; maar er komt in

dat juist de drankzucht zoo ongelooflijk de prostitu-

bij,

maar aan de

onheilige creaturen

op hun sterfbed.

Op de nog

kleedinij

bijna

geheel

moet eveneens gewezen, omdat de kleeding door

kleeding zeer stellig

kuischheid

om

ten

bij

Parijs

om

te laten

schreven, legd,

en

die die

om

te

bedekken, en niet

doorschemeren. Iets wat vooral met het

oog op onze hooge kringen gezegd wordt, waar

met het hof vooraan, nog

Europa

van de oudheid in

die der Oostersche volken en

achteren staat. Kleeding. strekt

te laten zien, of

in

beheerscht wordt, en onze tegenwoordige

steeds voor de

bij

dames

groote, hooge feesten,

toiletten

waren voorge-

meer op het ontblooten dan op het bedekken door den bijkomenden dans er dan op gericht

zijn zijn,

aange-

om

de

ontblooting nog spekender te maken.

Over

de

onreine tooneelvoorstellingen behoeft slechts een enkel woord

gezegd. Deze zaak spreekt voor zichzelf.

Een nobel

niet meer. Alles op de planken is er op uit,

het

ballet,

om

tooneel bestaat er bijna

door kleeding, vooral

ons de vrouw zonder schaamte te toonen

;

bij

en de inhoud der

meeste stukken houdt zich bijna altoos bezig met overspel en verleiding;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen