E voto Dordraceno - pagina 10
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND.
Wat
ze niet.
letten
Zoo
blijft
oog
het
I.
ge verre van u werpt, wrijven ze u toch weer aan.
dan
anders
niet
HOOFDSTUK
I.
de onderstelling, dat zeker cataract op het
hun onmogelijk maakt, u met den besten
wil zich anders voor
te stellen.
Zien wij slechts toe, dat we niet te kwader ure op het valsche beeld, ze ons voorhouden, gelijken gaan, en rake geen onzer in het dwaal-
dat
om
verdoold,
spoor
geheugenwerk of verstandsgymnastiek met
ooit bloot
de zake des geloofs te verwarren.
Op en
komt het voor
geestelijke, goddelijke realiteit
de
zoo
Heilige
elk kind van
God
aan,
Geest niet met onzen geest getuigt, wat bate heeft
onze ziele dan?
Toch
een iegelijk onzer even scherp
zie
hechten aan redeneervormen
dit
spoor overga, en
om
in
met de ethischen
toe,
dat
niet, uit
hij
zucht
om
mijden, in het tegenoverliggend dwaal-
te
het leven
van ons bewustzijn benevele,
onbewuste aandoeningen en voor weergeving onvatbare uitdrukken
het eigenlijke steunpunt der godzaligheid te zoeken.
We
ontkennen noch de waardij dier aandoeningen, noch de kostelijk-
heid dier indrukken, en gelooven vastelijk aan werkingen in den mensch,
maar houden niettemin even
dat de mensch zelf dit merkt,
zonder staande,
ons
dat
ik,
zoolang dit onbewuste aanhoudt, er niet
vast
meê kan
rekenen.
Eekenen kan de mensch
alleen
met datgene wat
in zijn bewustzijn in-
ging, in zijn bewustzijn zich afspiegelt en uit zijn bewustzijn
Ware
nu
dit
we met de ethischen
in het mystieke sentiment
God ons
voor beware.
is
Maar nu
hart,
wat
al niet zich weerkaatst,
al ver-
Louter, puur,
versterven in een gedachten-skelet, waar
dit niet zoo
nu
is,
nu
in ons bewustzijn ook
vervalt elke vrees voor zulk een eenzij-
digheid vanzelf. Zonder ons bewustzijn
Zonder
zijn
tiek zich niet
niets iets.
in.
ook onze conscientie, ook onze verbeelding, ook ons gevoel en
ons
niets.
toespreekt.
gaan duiken, ook
dronk er de helderheid van ons geloof en onze belijdenis bloot verstandsmensch te zijn,
hem
met onze verstandsbegrippen, zoo zouden
alleen het geval
voorstellen.
De
menschelijk
niets en bespeuren
we
bewustelooze weet van niets en heeft aan
Door ons bewustzijn moet
meê rekenen
merken we
bewustzijn kan een ethische zelfs zijn nevelachtige mys-
zullen.
En
alles doorgaan,
waar we
als
persoon
zoo ook zinkt en daalt onze religie beneden het
waardige, zoo te kwader ure in afscheiding van deze religie
van ons menschelijk bewustzijn
heil
wordt gezocht.
Dit nu hebben ook onze vaderen in den besten geloofsleven, dit heeft ook Trsinus, en door
hem
tijd
van het krachtigst
de Heidelberger Catechis-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's