Sociale hervormingen - pagina 155

145

drag j- overeenkomende met het gemiddelde der premiën, die de verzekerde in het burgerhjk leven gewoon was te betalen, dan zou die storting opleveren een verhooging ten bedrage van -y ^2' De bepalingen van het ontwerp ten opzichte der o. 12 militaire premiën zijn dus eenigszins in het voordeel van die verzekerden, welke gemiddeld per week minder dan f 0.24 aan premie betalen. Het verschil is echter weinig belangrijk, en men kan besluiten, dat ten gevolge der voorgestelde regeling de militaire diensttijd nagenoeg geen verandering brengt in de aanspraken, die de verzekerden bij invaliditeit of bij het bereiken van den leeftijd van 70 jaren zouden hebben kunnen doen gelden, indien het Rijk over den diensttijd een premie betaald had, gelijk aan de gemiddelde premie, welke de verzekerde in het burgerlijk leven betaalde. Bij de berekening van den wachttijd worden de militaire premiën in rekening gebracht. Een paar voorbeelden van de wijze, waarop de rente wordt berekend volgen hier.

X

De verzekering is ingegaan i Februari 1910 en het verI. zoek om rente is ingediend 24 Juni 1920; de verzekerde is gedurende 50 weken in militairen dienst geweest. Betaald zijn: 100 premiën in klasse I, 73 premiën in klasse II, 179 premiën in klasse III, 18 premiën in klasse IV. Eerst moet de duur der verzekering worden vastgesteld en het aantal weken worden berekend volgens art. 135. Dit geschiedt als I I I I

volgt:

Febr. 1910— i Febr. 1920 i Mei 1920 I Juni 1920 24

— — —

Febr. 1920, 10 jaren Mei 1920, i kwartaal Juni 1920, i maand Juni 1920, 3 wekenen

..... 2

dagen (art.

520 weken.

25)

13

„

4 4

» „

541 weken, militaire diensttijd

.

.

50

„

duur der verzekering na aftrek van militairen diensttijd 491 weken.

Berekening van het gestorte bedrag: Bedrag.

Aantal premiën.

Klasse.

100

I

n

73 179 38

III

IV

f

o,2oXïoo 0,24

=

17.52 57>28 15.20

0,32X179= 0,40

X 38=

door den verzekerde gestort 390 premiën ten bedrage van f door het Rijk gestort f o,24X 5= „ .50 .

aantal

premieweken

.

.

.440

20,00

f

X 73= 1

10,00 12,00

f122,00

Volgens art. 33 wordt de grondslag gevonden als men het 325-voud van het door den verzekerde gestorte bedrag, groot I.

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen