Onze leestafel - pagina 9
ONZE LEESTAFEL. H. Phil. Kelder, De Wilde van Kampen en Zoon.
455 Tuin. Amsterdam. P.
N
De Wilde Tuin of de roman van een jong textiel-industrieel. Al wordt het nergens met zooveel woorden gezegd, het is duidelijk dat deze geschiedenis gedacht is zich af te spelen in Twente; .
de exodus
allerlei trekjes (o.a.
's
Duitsche badplaatsje Waldburg
En
wordt) wijzen daarop. gelijk
menig
zoo
terrein
Zaterdagsavonds naar het naburige lees Bentheim waar gedanst
—
—
:
„de wilde tuin" heet Hanecate's Bleek, :
in
Twente nog
met
Hoofdzaak is de toe. vader de fabriek beheert,
veel zijn
van een
dit alles doet er
van den jongen man, die
strijd
om
„bleek"
als
Doch
vroeger textiel-geslacht wordt aangeduid. niet
.
toepassing van zijn nieuwere
denkbeelden: „een fabrieksstad, die een tuinstad was", de weverij gebouwd in het groen, omringd door propere arbeiderswoningen, een school, een muziektent, een uitspanningslokaal, een winkelgebouw, een vijver, waaraan de directeurswoning ligt de arbeiders ;
wordend van de gezamenlijke woningen, gezamenlijk deelend in de winsten van den winkel; langzamerhand heel de arbeidersstad het gemeenschappelijk bezit der arbeiders van Hanecate's Bleek. gezamenlijk
geleidelijk
eigenaars
.
De jeugdige ontvouwt;
is
idealist,
.
die aan zijn verbaasden vader dit plan
geen dweeper of droomer:
hij
weet hoe de arbeiders
zich door socialistische opstandpredikers laten opzweepen, kinderen eigenlijk allemaal.
.
een „Leider" zal
maar
.
zijn,
hij heeft nu eenmaal het geloof dat hij de onmondigen zal opvoeden tot beter be-
grijpen, tot juister inzicht, tot
Het
meer waardeering.
.
.
boek is: dat de Schr. ons verzoekt het uiterst vage plan van den jongen hervormer te bewonderen als in
frissche
dit
een vondst; wij moeten gelooven dat
alle
bezwaren, die zoo voet-
zouden tegen een dergelijke onderneming, zullen wegvallen tegenover den noodigen goeden wil; wij moeten er ons stoots reeds rijzen
niet
over
verbazen
dat de oude heer, na zeer verklaarbaren aan-
tegenstand, zijn goedkeuring hecht aan den schoenen
vankelijken
droom van zijn moeten we daar
zoon. niet
Wanneer kregelig
ons dat alles te machtig
om
worden.
Gerret
aan, zijn vader gelooft er aan, de auteur gelooft er aan. al
vraagt
men nu
we moeten nu maar niet met het Gerret met het meisje van zijn broer
liever
een
dan
En
dus,
onze sympathie voor iets erg vaags en schets-
matigs,
wilden tuin
is,
gelooft er
fabrieks- tuinstad
ons verheugen
in
zal
hoofd schudden, wanneer zal
trouwen en van den
maken; we moeten maar
zooveel heerlijke jongheid:
Gerret
zoo
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 30 Pagina's