Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 59

§ gletscher

dan

door

is

motie

in

de

kust

van

is

zeeoever

beweging

in

het duidelijk, dat deze

zekeren

tijd

Dit geldt

staan

niet

Hoe komt zoo

en

b.v.

en

is

leeft.

in

Geldt

dit

haren enormen gloed hier ontvangen,

al

astronomie

te

heeft ze

Sommigen zeggen, dat haar vuurhaard komen om dan uit

ze daaraan ?

in

van de deelen der aarde, dan is

ook van het heele firmament. De zon ook

om met

:

zon of eenmaal uitgebrand raken of de

Aan

steeds zinkend, in Frankrijk en Engeland

gansche aardbol woelt, inwendig werkend

voortdurend brandstoffen

ze

;

het strand der zee blijkt, dat

en over

geheel zal veranderen, (versmolten worden door vuur of vergaan

door water). zoo

maar gaat men nauwkeurig waarnemen, in beweging is en zich verplaatst er

Geologische onderzoekingen hebben aangetoond, dat de aard-

is.

steeds

59

ISixv.

voortdurend

tocli

de krachten der natuur.

onzen

echter rijzend korst

Providentia kxt'

het beeld van den dood,

is

men, dat die

ziet

De

3.

maar

blijft

kunnen werken, moet

nog een massa

er starren tegen haar

in

zich.

aanbotsen

Daarom moet de andere voeding ontvangen. Zoo leert ons branden.

te

en de Schrift zegt ons aan, dat er nog grooter veranderingen

het firmament zullen plaats

hebben (de starren zullen

vallen, de

zon zeven-

Dus niet alleen de deelen, ook het geheel van de aarde zoowel als van den kosmos hebben een gebonden en uitkomend we hebben dien kosmos te beschouwen niet als een doode massa, maar leven als voortdurend veranderingen en vervormingen ondergaande. Aan het firmamaal grooter kracht krijgen

enz.).

;

ment zien we gedurig een regen van meteoren, stukken van gen

sterren.

spat star

Men

neemt,

om

elkaar gespron-

waaruit dan die kleine planeetjes ontstonden op de plaats, waar een

is,

moest staan. Wanneer men zoo de natuur

en als geheel, dan verstaan behoefte

er

uit

die te verklaren aan, dat een planeet uiteen ge-

we

als

levend opvat

in

het denkbeeld van de Providentia.

haar deelen

Zoo pas

aan Prov. en wordt ze mogelijk. Wanneer de zon de bol

is

die

is,

deze wereld beschijnt en waardoor alles groeit, dan moet er geprovid. worden, dat ze kan branden vat,

;

ware

er niet geprovid., dat

dan ging deze onze natuur

te loor.

de zon steeds brandstof be-

Een levende Schepping en Provid.

dus twee begrippen, die elkaar postuleeren en de Provid. als

dat is.

we

inzien

alles

Dit

in

(en door prediking moeten zijn

deelen en als geheel

we

leeft

dit in

is

zijn

alleen te verstaan,

de gemeente doen leven),

en aan verandering onderworpen

moet uitdrukkelijk gezegd worden, want nu en dan wordt

er

wel over

de Prov. gepredikt, maar die prediking gaat meest oppervlakkig over de din-

gen heen

en

dringt

niet

door

tot het begrip

van de Provid,, zoo schoon

in

den Catechismus aangegeven door de alomtegenw. en almogende kracht Gods.

De Prov. komt niet van buiten tot de wereld, neen in de alomtegenw. en mogende kracht Gods moet alles leven, omdat het niet anders leven kan. Nu hebben we alzoo genoegzaam betoogd de stelling, dat de Prov.

al-

een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen