Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 29

;

;

§

Relatio,

2.

wordt de

quae Providentiae cum Creatione intercedit

Eeuwige

ongedeeld

het

gebroken maar zóó, dat gedragen wordt en

den Tijd

in

eeuwigheid

straal der

saamgehouden.

;

de Providentia daarentegen

in

;

de opeenvolging der tijdsmomenten

in

het eeuwige in

't

God

is,

onderscheidene momenten

zijn

Uit dien hoofde

eenerzijds tegen de neiging

om

waardoor deze in

hier tegen tweeërlei

is

in

noodig heeft (het Deïsme)

tijd

eenheid worden

gevaar

te

waken

:

het eenmaal geschapene iets te zien,

dat op zich zelf bestaat en slechts leiding, bewaring en stelling

29

bij

defect her-

om

en anderzijds tegen de zucht

;

Pantheïstisch het bestaande in zijn bestaan te ontkennen (Txyrx pe^ kxI

olSh

fxiuit)

en het bestaande op

te vatten

telkens nieuwe scheppingsdaden,

een eeuwige daad maakt en deswege

feitelijk als

en hier tegenover moet drieërlei beleden

een eeuwigheid achter zich heeft,

een toekomstige eeuwigheid berekend

Eeuwige

sfeer het

gedurig product van

uit is

tot

schepping vernietigt

:

scheppingsdaad een slechts éénmaal denkbare daad

de

dat

10

die

als het

wat dan tevens de schepping

iets,

;

het eeuwige

maar

is,

opkomt en op

die binnen haar eigen

den vorm van den Tijd spreidt

in

van die scheppingsdaad de Kosmos reëel ontstond

20 dat tengevolge

en als zoodanig geen zelfstandig maar wel een eigen en onderscheiden

God

bestaan tegenover

bezit

30 dat deze reëel bestaande

haven maar

Kosmos

niet zelf zijn bestaan

kan hand-

voortbestaan, even goed als zijn ontstaan dankt aan

zijn

de alomtegenwoordige Almachtigheid Gods.

Toeli cht ing.

de eerste opmerking worde op den voorgrond gesteld de bespreking van

In

den

vorm,

waarin

over

werk van schepping en onderhouding

het

in

de H.

gewone taal gesproken wordt. Het groote werk Gods wordt in den spiegel van ons bewustzijn opgevangen

Schrift en in de

en

we

voor

noodig

taal

Wanneer een

taal ?

We hebben dus voor deze heilige materie maar hebben we daarvoor een adaequate of analoge

reflecteeren het in de taal.

menschel.

zijn

;

jurist

rechtsbegrippen

rechtskwestie

te

in

in

bespreken,

het dagelijksch leven.

Dus

:

rechten

allerlei

dan

spreekt,

termen

bezigen

;

heeft

hij

een analoge

te

spreken,

taal,

ontleend aan

een adaequate taal behoort specifiek bij

Neen,

een

adaequata

taal

bij

een be-

een ander onderwerp,

doch wordt voor zeker onderwerp maar gebezigd. We bedoelen dus hier of ons een aparte taal geleerd uit

taal

hebben echter twee burgers een

zij

paald onderwerp, een analoge taal behoort eigenlijk

dingen

een adaequate

is

om

deze heilige

voor de mysteriën Gods

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen