Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 189

:

§

189

oefent dat natuurlijk veel grooter pressie

wordt,

gepredikt

apostel

Providentia in relatione ad peccatum.

De

5.

op

uit

de.

hoorders, dan wanneer een ander Hem verkondigt. En toch zegt Paulus, dat die prediking maar voor een klein deel der hoorders een :a;ur, ^w,^ de ^a))7v geweest is; aan de anderen ging ze zoo maar niet voorbij, maar voor hen ze een reuke des doods ten doode.

was

2

In II Petri

slechts

menschen een

2

:

en

val

van menschen sprake, evenals

is

bekeerd

zijn,

Hun,

opstanding.

een

brief die

ook

:

die

Hij gesteld is

zij

die

niet

zijn

wedergeboren, wordt

vallen.

Als de menschen de 4, 5. Judas 10, Rom. 2 zijn, maar komen in wat ze niet, ze aannemen, blijven

we

vinden

genade Gods

den heelen

7 wordt evenzoo gezegd van den Christus, dat

Christus een T-KxvSx/.sy, waarover

Hetzelfde

in

krachten ervaren hebben

heerlijke

erger geworden.

zijn

In / Petri

tot

12

:

schijnbaar

niet

in

:

:

slechter conditie. Bij de verharding /«.

2^.

moet dus gelet op

vier

elementen

Het terugtrekken der gemeene gratie. Het sterker prikkelen der levensenergie.

De De

3^. 4^.

verzoeking, verleiding. reactie, die

gewekt wordt door het bijbrengen van de genade

bij

den

onwedergeborene. dit

In

verband

valt

objectief in aanraking

ook de zonde tegen den H. G. met de genade, de H. G.

De Zoon brengt ons

subjectief, d.

w.

z.

de grootst mogelijke genade in subjectieve aanraking met ons hart. het

zondig

aanraking

die

hart

spanning verkregen, dan

groote

geen vermurwen meer aan Hierbij moeten in

wel

is

willen

zonden,

om

dan

heeft,

heeft

Wanneer

de energie zoo

de verharding zoo groot geworden, dat er

is.

nog twee punten besproken.

de eerste plaats de passage

de reden

weerstaan is

Hij brengt

Jesaia 6

in

{vs. 9, 10).

voor dat onverklaarbare, alsof er menschen bekeeren, iets te

maar wien God dat

belet

:

We

willen zien

wat

zijn, die zich eigenlijk

want Jesaia wordt

uitge-

doen, waardoor het volk zich niet zou kunnen bekeeren.

22. Daar hebben als we even zien Gen. 3 maar in anderen vorm. Want ook hier zouden we Maar God vragen Laat toch den mensch gaan tot den boom, als hij wil De zaak zit zoo (In vers 10 van Jesaia spreekt God toch laat dat niet toe. staat er niet Ik, maar Hij.^ De zondaar, in het Paradijs gevallen, wou niet grijpen naar den boom des levens, om zich onder God te stellen, zijne zonde te niet te doen, maar om tegen God sterk te staan, om tegen Hem te kunnen volhouden, dat hij nog Dit

we

is

gemakkelijk

precies

te begrijpen,

:

hetzelfde,

!

:

:

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen