GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 16

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

De volkomen gewilligheid om te lijden was in Messias toch openbaar, kon Grod dan niet, den wil voor de daad nemende, van den eisch des stervens hebben afgezien, en nochtans ons in Christus hebben verzoend en vergeven? Als toch in Jezus' hartebloed de volkomene offerwillig-heid was, waarom moest dat bloed zelf dan nog vloeien? Hing het aan het vergieten van dat bloed dan? Was hier de realiteit onmisbaar? Moest dan waarlijk al dat bittere lijden volbracht worden ? Niet voor ons, opdat wij het zonden aanzien, maar voor God, opdat er verzoening zon wezen? Aldns spant zich de strik voor ons denken, een strik uit de verwarde draden van den twijfel van ons hart gevlochten. Want wel kunnen we het onszelven en anderen beredeneeren, dat op de zonde de straffe des doods was gesteld, en dat om ons te verlossen, Jezus voor ons en in onze plaats, dien dood ondergaan moest. Maar als de ofterwilligheid om te sterven een volkomene is, wat ontbreekt er (Jan nog aan de gezindheid des harten, en wat heeft God dan aan dat storten van het bloed? En tegen dien strik des twijfels nu juist komt Thabor op. Neen, het is God niet om de her edeneer ing van de verzoening, maar om de realiteit der verzoening te doen, en daarom gaat nogmaals van Thabor de Goddelijke ordinantie uit, dat dit lijden des doods niet alleen aanvaard en gewild, maar ook werkelijk moest volbracht worden. realiteit komt het hier aan. De abstractie, de voorder dingen in de gedachte, de ontleding in ons denken, de verbeelding des geloofs baat hier niet. Zeker, het denken verklaart het leven, maar het is daarom nog het werkelijke leven niet, en wat ge denkt of u voorstelt, is tot niets nut, als er niet vooraf of daarna wezenlijke realiteit aan beantwoordt. In de gedachte Gods was de wereld van eeuwigheid. Maar dit was niet genoeg. Uit de Groddelijke gedachte moest die wereld ook in de realiteit overgaan, en dit eerst was de Schepping. God zelf is niet maar een gedachtenvolheid, maar Hij is. Hij leeft. Zijns is het wezen aller wezenheden. Hij schiep ons menschelijk leven in volle realiteit. Al wat in die wereld eerst verborgen woelt, komt straks in volle realiteit uit. En daarom kon ook de verzoening niet in de wereld der gedachten blijven hangen, maar moest in volle werkelijkheid uitkomen en volbracht worden. Die in het Oud Verbond zalig werden, geloofden in wat zou volbracht worden. Wij die na Jezus geboren Maar daartusschen moest dan zijn, gelooven in wat is volbracht. ook de werkelijke volbrenging inliggen.

Op

die

stelling

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 208 Pagina's

Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 208 Pagina's