GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Afgeperst - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afgeperst - pagina 19

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

QUID PRO QUO.

Mij vooral doen ze bijna nooit recht weder-

tendentieus gekleurd.

En zoo kwam ook nu een

varen. viel

15

voorstelling omtrent wat voor-

op, die kant noch wal raakte en die zich toch in de publieke

Meer dan éen van onze eigen mannen werd er Ook anders overkwam dit meer dan eens een Minister. Zelf was ik er in mijn ministerjaren niet vreemd aan. Ik moet dus wel beginnen met dit Q«/flf pro ^wo te ontwarren. Het moet duidelijk worden, dat ik op 6 December niet anders deed, dan, ten behoeve van het Kabinet, waarschuwen tegen heropinie vastzette.

ziender oogen door misleid.

een aangedane bejegening als van .de zijde van den

van

haling

Minister van Koloniën,

driemaal toe, aan

tot

zijn antirevolutionaire

Daarom bespreek ik die drie punten afzonEerst het gebeurde van 11 November 1909, zie //anc/. blz. derlijk. Dan dat van 22 November 1911, gelijk te dit vinden is in 174. Hand. pag. 705. En ten slotte dat van dienzelfden datum, blijkens vrienden ten deel

Hand.

viel.

712.

pag.

Zelf

zal

aan de uiteenzetting van een en

ik

ander zoo weinig mogelijk toevoegen, meest

zal ik

de feiten zelven

laten spreken.

heb ik dus met de stukken te bewijzen, dat ik in waarschuwing op 6 December metterdaad alleen doelde op

Allereerst

mijn

de wijze van bejegening.

De strekking van mijn redevoering op 6 December jl. bij de algemeene Begrootingsdiscussiën gehouden, is daarbij scherp in het oog te vatten. Keerde die redevoering zich in haar hoofdstrekking tegen het Kabinet, óf voerde ze veeleer voor het Kabinet een vriendschappelijk bedoeld pleidooi ?

maar

puur verzinsel

blijft

tegen

en wat

ik

wiskunstige zekerheid,

te

uit

blijkt

in

nu

ik

de

uit

is

de stukken

bewijzen

vindt mijn redevoering op bladz. 1036

Dat

Ie.

zou

als

Het eerste

beweerd,

de derde macht, het tweede daaren-

de klinkklare waarheid, gelijk

is

zoo goed

Men

in

zelf,

met

valt.

v. v.

van de Hand.

haar inhoud ?

krachtig het beweren van Mr. Drucker afwees, als

Standaard

1911 hebben uitgelaten.

mij Ik

ongunstig over de Troonrede van

las ten

voor, en besloot met te zeggen

:

bewijze een stuk

„Men

ziet daaruit,

uit

de 5/fln^.

dat het oor-

deel van het antirevolutionair orgaan (over het Kabinet), in plaats

van ongunstig, juist zeer gunstig 2e.

inzake

Verdedigde het

ik

niet-verschijnen

van de Staten-Generaal.

was.''

de houding van het Kabinet, van H. M. de Koningin ter opening

uitvoerig

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's

Afgeperst - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's