Zions roem en sterkte - pagina 229

!

VAN DE REGEERING DER KERK.

221

voegd had, om nevens hen

het Evangelie te verkondigen door de wereld, hoedanig geweest zijn, Filippus, Timotheus, Titus, 1. Na dezen stelde de Heere Silas, Markus en Lukas, Lukas 10 nog andere zeventig, en zond hen henen voor Zijn aangezicht, twee en twee, in iedere stad en plaats waar Hij komen zou.

geheele

:

Vraag. Wie zijn de gewone dienaars ? Antw. Die van God op eene gewone wijze geroepen worden, tot dienst Zijner Kerk; als de herders en leeraars, Efeze 4:11. en sommigen tot herders en leeraars mitsgaders de ouderlingen en diakenen. ;

Vraag. Wie zijn de herders en leeraars ? Antw. Men kan deze twee woorden, herders en leeraars, wel aanmerken met sommigen, als twee benamingen van een en dezelfde zaak ziende beiden op dezelfde soort van menschen, namelijk, de gewone opzieners der gemeente, gelijk opzieners en ouderlingen worden genoemd die van een en dezelfde bediening in de Kerk zijn echter behoeft men daartoe niet te komen, om in zoo weinig woorden eene herhaling van dezelfde bediening te stellen, buiten noodzaak; maar is alzoo gepast, om deze namen van de anderen te onderscheiden, zoodat herders beduiden de dienaren der Kerk, aan wie de bediening des Woords, en der bondszegelen met de oefening der kerktucht is toebetrouwd en leeraren, die bij uitnemendheid meer gevorderd waren, in kennis van allerhande soort van zaken, om te onderwijzen, door de gezonde leer, en de tegensprekers den mond te stoppen hoedanig een onderscheid van oudsher in de Kerk is geweest, en nog gevonden wordt, tusschen hen die leeren in de Kerk, of inde School, waaruit de dienaren der Kerk te voorschijn komen. Vraag. Wat is het werk dat een gewoon leeraar heeft te .

•

.

;

;

;

;

.

'

.

betrachten ?

Antw. 1. Gods woord te prediken, met ernst, deftigheid en Predik het woord; houd aan tijdig en verstand, 2 Tim. 4 2. ontijdig wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid in :

;

de

leer.

voor de gemeente te bidden. Hand. 20:36. Als hij hij nederknielende met hen allen gebeden. 17. Laat de priesters, des Heeren dienaars, weenen, Joel 2 tusschen het voorhuis en het altaar; en laat hen zeggen: spaar Uw volk, ó Heere, en geef Uwe erfenis niet over tot eene smaadheid 3. De Sacramenten te bedienen, Matth. 28 19. Gaat dan henen, onderwijst alle de volkeren, dezelve doopende. Catechiseeren, dat is, door vragen en antwoorden, de waar4. Die 6. heid en oefening der godzaligheid inscherpen. Gal. 6 onderwezen wordt in het woord, deele mede van alle goederen, 2.

dit

Openlijk

gezegd had, heeft :

:

:

dengene die hem onderwijst: kinderen, om hen te onderwijzen in de beginselen der leer; aankomelingen, die zich wenschen te begeven tot het gebruik van des Heeren H. Avondmaal; c. lidmaten, om hen verder bekwaam te maken tot verdediging o. b.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen