Zions roem en sterkte - pagina 279
:
*
VAN DEN HEILIGEN DOOP.
besnijdenis, den christelijken Doop, die ons in plaats van besnijdenis, van onzen Heere en Zaligmaker is na-
telijke
de
271
uiterlijl<e
gelaten.
Vraag. Is er ook niet eene gepaste overeenkomst tusschen de besnijdenis en den H. Doop ? Antw. Ja toch De besnijdenis was een teeken en zegel van Gods genade1. Alzoo is de Doop 8. verbond, Gen. 17 11, vergelijk Handl. 7 een teeken en zegel van hetzelfde verbond, als bediend wordende in den naam van God Drieëenig, die het verbond met de 19, Zijnen opricht, Matth. 28 2. De besnijdenis was een Sacrament der aanneming en in14. de Doop alzoo een Sacrament lijving in de Kerk, Gen. 17 van dezelfde bedoeling want wij allen worden door eenen Geest Zoo werden door den 13. tot een lichaam gedoopt, 1 Cor. 12 Doop tot de gemeente Gods toegevoegd, die het woord der Apostelen ontvingen, Handl. 2 38, 39, 41. Gelijk eertijds de besnijdenis was, alzoo is nu in den Doop 3. eene afbeelding van de geestelijke onreinheid des harten. De besnijdenis leerde met de afsnijding van de voorhuid des vleesches, en de Doop leert nu met den ondergang of de besprenging des waters, dat de mensch van nature zondig, en overzulks walgelijk en verdoemelijk voor God is. 4. Gelijk de uitwendige besnijdenis te kennen gaf de noodwendigheid van de geestelijke besnijdenis des harten, alzoo geeft de Doop met besprenging des waters te kennen, de noodzakelijkheid der wedergeboorte, zonder welke niemand in het koninkrijk .
.
'
:
:
:
:
;
:
:
Gods
zal ingaan, Joh. 3
:
5.
alzoo ook de Doop, wijst op Christus, die bloed van alle hunne zonden reinigt, en de door Zijnen Geest wederbaart. Daarom had de besnijdenis haar loop tot de tijden van Christus, en verder niet en wordt ook van degenen die gedoopt zijn gezegd, dat zij Christus hebben aangedaan. Gal. 3 27. Zooals de besnijdenis eertijds verplichtte tot geloof, be6. 16. Besnijdt dan de keering en heiligheid des levens, Deut. 10 Besnijdt u den Heere, en doet 4. voorhuid uws harten. Jer. 4 weg de voorhuid uws harten zoo is het ook gesteld met den Doop; hij vermaant ons tot geloof en bekeering, Matth. 3:11; hij verplicht ons om in heiligheid voor God te leven, Rom. 6:4. Wij zijn dan met Hem begraven door den Doop in den dood, opdat gelijk Christus opgewekt is, tot heerlijkheid des Vaders, alzoo ook wij in nieuwigheid des levens zouden wandelen. Zoo besluiten wij dan terecht met onze Belijdenis Hetgeen de besnijdenis deed aan het Joodsche volk, hetzelfde doet de doop welke de oorzaak is waarom de heilige aan onze kinderen Paulus den doop noemt de BESNIJDENIS van Christus, Col. 2 11, 12. Vraag. Maar, zeggen de Wederdoopers, in het Oude Testament werden alleen knechtkens en geen meisjes besneden, daar men onder het N. Testament niet alleen knechtkens, maar ook meisjes laat doopen ? Antw. 1. Wij loochenen niet dat er onderscheid is tusschen 5.
De
besnijdenis, Zijnen door Zijn
;
:
:
:
;
:
;
:
.
•
.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's