Starrentritsen - pagina 59

57 bij

het aanvaarden van hun portefeuilles onder den indruk verkeerden,

geen opmaken zou zijn. Vergeet toch niet, dat hen niet één man was, die ministerieelen dienst achter den rug had, en de collega's kon waarschuwen. Daar nu al spoedig elk contact met andere gewezen Ministers verviel, en de heeren geheel op zich zelf dreven, lag het voor de hand, dat ze het klemmen van den tijd, zelfs in het tweede jaar nog, zoo goed als aan hun

alsof er er,

het

in

tijd

civiele,

onder

niet gevoelden.

En

hierbij

kwam nog

iets

anders.

nieuwe Kabinet kwam op den Minister Landbouw, Handel en Nijverheid neder. Van Binnenlandsche Zaken is in dit Kabinet geen actie van zeer groote beteekenis uitgegaan. En terwijl in het Kabinet van 1901 het grooter deel van wat nu Talma's taak werd, met Binnenlandsche Zaken niet alleen, maar bovendien ook met het praesidium verbonden was, moest Talma, die zooveel kleinere taak zich zag toegewezen als Minister wel onder den indruk geraken, dat hij althans nu volop den tijd had, om alles uit eigen oogen te bezien. Practisch was het niet, en deze waag is dan ook duur geboet, maar te verstaan was het, dat Talma, eenmaal minister, zich afvroeg, of hij nu geheel het Verzekeringswezen niet zelf op nog treffelijker grondslag zou kunnen optrekken. We kunnen hier te eer inkomen, daar schrijver dezes, bij zijn eerste optreden in het Kabinet, door gelijke gedachte geleid werd, en meer

De zwaarste

taak

in

dit

van

dan één plan ontwierp, om in het Duitsche stelsel zoo mogelijk gewenschte correctiën aan te brengen, en het meer en beter op onzen landaard te doen passen. Iets waarbij ook niet vergeten mag worden, dat de heeren op de bureau's altoos een macht op zich zelf zijn, en op meer dan één Minister een maar al te betooverenden invloed weten uit te oefenen. Men moet hun dit niet te euvel duiden. Deze heeren toch zien gemeenlijk in een Minister weinig anders dan een tijdelijk bij hen inwonend gast. Hun hooge logé. Die logé komt, en straks gaat hij weer, en zij zijn de blijvende heeren van het huis.

Voeg en

vreemd

nu

hier

thuis

zijn,

in

't

bij

dat deze heeren in de wetsfabricatie doorkneed

terwijl

vak

is,

de

nieuw

aangelande Minister

meestal

nog

en ge verstaat met wat Titanische trensen deze

heeren een Minister omslingeren kunnen.

dezen deels niet genoeg te v^aardeeren, maar ook anderzijds genoeg te duchten invloed is, maar al te vaak, het verspelen van den kostbaren tijd te verklaren, waarin zoo menig argeloos Uit

niet

minister verviel.

Vooral van den voorganger vertellen ze dan niet veel goeds.

Het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen