Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 452

STAAT EN KERK.

444 Hoogescholen, die geheel

de macht der hoogere groep waren, ver-

in

En zoo

kregen een bedeniceiijk karakter.

de 18e en

toen tegen het einde van

is

het naderen van de 19e eeuw, die smadelijke toestand in-

bij

waarin van de bezieling der vaderen zelfs geen flauwe na-

getreden,

meer

werking

Kerken

onze

in

De „zeven duizend"

overbleef.

uit

Achabsdagen hebben zeer zeker nooit ontbroken, maar noch aan de Hoogescholen, noch in de Kerkeraden van groote steden vonkte meer

vonk van

enkele

een

Datheen

smaad

het

hoogere

dat eens een

leven,

De

Bres en

De Kerk als Kerk lag geheel ontzield in haar Toen de heeren, die door de Sansculottes in de macht

bezield had.

terneder.

kwamen, dan ook door de tractementen der predikanten een streep haalkromp de Kerk op eenmaal van ellende ineen. En toen in 1816 Koning Willem de Eerste kortweg heel ons kerkelijk leven in den staatsban den,

was

sloeg,

dan hier en daar nog opging, aan

zelfs het protest dat

heroïsme gespeend. De Staat, die

uit

alle

de Kerk voortgekomen was, had de

Kerk overmocht, en voor wat hare nationale beteekenis aangaat, onterfd.

Tot zoo

droeven

Calvinistische

lijn

afloop

van

de

consequentie

logische

zou

nimmer gekomen

't

verhouding tusschen

ware

recht

zijn,

Kerk en

om

de verwezenlijking van

van nieuwe toestanden, waarin het

kunnen

zou

menging,

laten

zijn

zijn ideaal,

beginsel,

doorwerken.

en

om

met Dit

Het Cal-

de schepping

van valsche ver-

vrij

was

Dit

Staat,

geworden.

doorgetrokken

toont Amerika, waar de omstandigheden zulks wel toelieten.

vinisme riep

indien de

in

Europa onmo-

gebleken. Heel Europa was in het verleden gekerstend. De Doop was er gemeengoed. Men beleed onder de massa niet, maar ging mede met een door den Clerus voorgeprevelde belijdenis, waarAl zon dan ook meer dan één tegen geen verzet in 't hart opkwam. gelijk

om

erop,

en

een

aan

zich

vrijbrief

den

overmacht van

de

voor

zijn

wereldsche leven

groote massa werd er niet meer aan gedacht,

op

zuiverder, religiebeginsel

groep

in elke streek,

Koos men nu, leiding

van

vrijmaking,

was, uit

komen.

Dit

ontworstelen,

om

voor een teederder,.

was wel alzoo

maar die keurgroep stond verre

gelijk in

te

ontvangen, onder de

Noord-Duitschland en

in

in

bij

een keur-

de minderheid.

Scandinavië, onder

de Overheid tegen Rome, dan roemde de massa wel die

maar ze

zonder lust

te

Clerus te

naar

bleef schijn-Christelijk, gelijk ze steeds geweest

innerlijke

verheffing.

het vreemde, en

Men

ook wel,

ging mee

om

uit

volgzaamheid,

van de heerschappij van.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen