Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 591

583

DE ANTIREVOLUTIONAIRE PERS. Voeg

worden.

zielkundig

het

daarbij

en

ge

gevoelt,

de handel en het magazijn-wezen

vaart,

afmetingen

op

juist

de

handhaven.

kan

zich

waar de scheep-

alleen in de groote steden,

hoe

geldmarkt,

den

in

waarop we

verschijnsel

wat gerucht maakt, veeleer afkeerig

waardoor ons volk van

wezen, is,

nu

Iets

een dagblad van grootere

tiert,

dan

waarbij

goederenhandel

nog komt,

en

den

in

dat

rijken

middenstand de oude antipathie tegen hetgeen van de „Fijnen" komt,

nog

naleeft.

Niet zoo,

of,

men ook onze

als het winste belooft, zoekt

noodgedwongen nog wel op, maar toch wordt men hierbij zoo goed als nimmer scheutig, en het resultaat blijft, dat de liberale grootPers

burger

vanzelf de liberale Dagbladpers sterkt, en dat

adverteert,

die

zweem van kans is, om hiermede te concurreeren. Van Roomsche zijde kan men zulk een concurrentie nog op touw zetten, omdat men twee provinciën, en een goed deel van den winer

ons geen

voor

ook boven den Moerdijk, op

kelstand

Antirevolutionairen gesloten.

Wij

door

geld

het

zijn

zijn

Het

heeft,

Dit hebben

we

En

tweede

uitweg voor ons Antirevolutionairen zoo goed

Immers

Groot-Kapitalisten,

eigen

het

anders gekend.

niet

die

nemen,

rekening

als*

gesloten

is.

Persorgaan zoo goed als geheel

een

heb

dit te

aan-

Reeds Prins

meer, daar ook de

heeft

Wel had de

als feit te

de drawback van de „kleine luyden".

is

Willem

voor

maar voor ons

de niet-adverteerende Landbouwer

we,

van minimale beteekenis.

ingesloten,

vaarden.

hand

over heel het land, en in zaken waar-

verstrooid

rouleert,

zijn

zulk een meewerkende factor geheel uit-

zelfs

is

ik

onder de onzen nooit gekend.

eeuw een geheele groep voor de zaak der Christenheid gewonnen, en was ik jaren in de Tweede Kamer lid van een club, waarin

Réveil in de eerste helft der 19e

van

millionairs

een

klein aantal

de heeren millionairs de meerderheid vormden, maar de Amerikaansch

Engelsche idéé, tiek

belang

te

om

door een forschen greep

dienen,

in

was aan dien Réveil-kring

de geldkist een politen

eenenmale vreemd.

Het geestelijke en geldelijke bleef ook hier onveranderd derlijke sferen gescheiden.

Men kende

de contributie voor

in

twee afzon-

allerlei

hooge

belangen, maar veel over de ƒ 100 gingen deze contributiën slechts zelden.

Een enkele

als

't

naar de stembus ging,

iets

dieper in de beurs,

over de ƒ 1000 ging het toch zelden. En wel is veler De Standaard machtig genoeg gebleken om hooger offers te maar toch, van de reusachtige sommen van een tonne gouds

maar

veel

liefde

voor

brengen,

tastte,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen