Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 23

RECHT EN ZEDELIJKHEID.

15

ondenkbaar geweest. Recht en zedelijkheid zouden daarom geweest, maar zijn saamgevallen.

zijn

van buiten af opgelegde

Recht

is

en

blijft

zedelijkheid daarentegen

wil,

is

niet identiek

altoos een ons

een willen dat in

ons zelf opkomt, doch deze beide wilsbedoelingen zouden alsdan con-

form

geweest en daarom, hoezeer ook onderscheiden

zijn

als

de schroef

en de moer op die schroef, zou de moer toch nooit anders dan

gewerkt

formiteit

wilsintentie

hierdoor, en

om

opwekte,

tegen

hierdoor alleen,

Gods

de

in

Gemeene

gratie

wil verloor,

maar

wil in te gaan, nu verkreeg

de rechtsbedeeling een geheel ander ka-

Losgemaakt van de zedelijke

rakter.

en

alleen

con-

insloop, en eigen

hebben.

niet

aandrift

zelfs

Nu daarentegen zonde de conformiteit met Gods

in

bestemd,

actie

om

werd ze nu dwangmaatregel

althans uitwendig zeker nor-

matief kader voor het menschelijk leven in te stellen en te handhaven.

Een kader, dat afgescheiden van het onderworpen personen,

tot

op zekere hoogte, een geordend menschelijk

saamleven door de strafklem recht

en

zedelijk motief, onder de aan het recht

in stand

zou houden. Zoo trokken van

zedelijkheid zich ten deele elk op eigen terrein terug.

zedelijke bleef het geheel omvatten, de rechtsbedeeling onder

werd

in

omvang

beperkt.

waarop thans

rein,

alleen

is,

het recht als eigen kategorie

meer meerekent, dan kan het antwoord vanzelf

niet anders dan ontkennend luiden.

van

Het

menschen

En vraagt men nu, of op dit breede ternog het zedelijke heerscht, en dat aan de

menschelijke rechtsbedeeling onttrokken heeft afgedaan, en niet

zelf

Van Godswege omsluit de

sfeer

het recht al datgene, ten opzichte waarvan voor bewustheid vat-

bare verhoudingen bestaan, wijl het die alle zonder eenige uitzondering regelt. Alleen

maar, dat overige terrein valt niet onder de rechtsbedeeling,

die door de Overheid gehandhaafd wordt.

Over dat breede

de rechtsbedeeling aan God, ten deele nu reeds

in

de conscientie en

het voorzienig verbinden van leed aan zonde, maar

omvang

eerst in het Jongste Gericht aan de orde te

terrein verblijft

om

in

toch in vollen

komen, voor zoover

ze althans niet reeds door de Rechtvaardigmaking, die het geloof brengt,

haar voleinding vond.

en

het

Jongste

alomvattend

Zoo was

Gericht

karakter

van

derhalve, mits de Rechtvaardigmaking

beide tot hun recht komen, in niets aan het het

recht

schelijke rechtsbedeeling daarentegen

Gods blijft

te

kort gedaan.

De men-

haar eigen type dragen, ge-

merkt ten eerste door haar zeer beperkten omvang, ten tweede door haar uitwendigen vorm, en in de derde plaats door haar dwingend karakter.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen