"Dat niemand u op eenigerlei wijze misleide!" - pagina 9
een woord voor onzen tijd, naar aanleiding van wat door Dr. A. Kuyper in "De Heraut" van 3 Juni 1917 geschreven is
traden
krachtig
voorschijn. Bij het weric des geloofs en
te
was er een volhardend hopen op den Zoon van God, dien zij uit de hemelen verwachtten, om hen te redden van den toekomenden toorn.
den
arbeid
der
liefde
Christus,
Thess.
(1
De
1
:
10.)
is, na „te voren geleden en smaadheid onderhebben te Filippi" (2 Thess. 2 2), drie weken te Thessalonika werkzaam geweest. Zie Hand. 17:2. In dien tijd heeft hij aan hen niet alleen het Evangelie verkondigd, maar hij heeft ook tot hen gesproken over de toekomst van den Heer Jezus, hetgeen blijkt uit: „Herinnert gij u niet, dat ik u dit zeide, toen ik nog bij u was ?" (2 Thess. 2:5.) Paulus sprak en schreef over den Heer Jezus over Diens dood tot verzoening der zonde over Diens opstanding uit de dooden en Zijn plaatsnemen aan de rechterhand der majesteit Gods in den hooge; en Paulus schreef ook „in alle brieven" (2 Petr. 3:16) over des Meeren wederkomst. De apostel was er mede vervuld. De Heer Jezus zegt in Matth. 12:34: „Uit den overvloed des harten spreekt de mond." Welnu, zoo vloeide de mond en de pen des apostels ook over van wat in hem leefde, nl. de wederkomst
gaan
apostel te
:
—
;
;
—
—
des Heeren. Hij sprak over deze gelukzaHge hoop, toen
weken
drie in
hij
tweeden „De groetenis met de hand van
heid dachten, schreef
een teeken
De
is in
hij
zijn
;
en
—
omdat het
en besluit dien
brief,
mij, Paulus, hetwelk
eiken brief; alzoo schrijf ik." (2 Thess. 3
verkeerde, toen
apostel
hij
schreef over dezelve
was, hoe de geloovigen over deze waar-
niet hetzelfde
met:
;
beide brieven aan deze gemeente
zijn
hem
Thessalonika was
te
hij
zijn
:
17.)
eersten brief aan de
Thessalonikers schreef, niet „in een waan,'' zooals de schrijver
in
(,de
Heraut" heeft durven beweren
!
Wat zou men
van iemand, die „in een waan verkeert," moeten denken of
verwachten ?
kunnen de (1
Zou zoo iemand aan „Ik bezweer u
schrijven
brief
aan
al
:
de heilige
het
eind
zijns briefs
den Heer, dat broeders worde voorgelezen ?" bij
Thess. 5:27.)
Wat
nu de waarheid ? Aan het einde van hoofdstuk is
1
van den eersten brief aan
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 16 Pagina's