Wat nu? - pagina 24
22 een
aanmerkelijk
werpen op. Doch
stuk,
maar
alle
niets hielp.
stukken saam in mijn onture der rijpheid had nog
De
geslagen; en al mocht ik er in slagen, voor de techde handels- en de landbouwscholen de poorte te ontsluiten, toch is zelfs nu nog, na bijna twintig jaren, niet in de behoeften van ons visschersvolk voorzien. Maar sinds is de tijd dan toch gerijpt, en daarom begroet ik met zoo warme ingenomenheid wat 't Vakverbond ook in zijn afzonniet
nische-,
doen mocht, en kan ik u op voorstellen, dan om straks, ander antwoord geen nu? het na afdoening van het Onderwijsgeding, mits dan in zijn completen vorm, er met eenparige stem voor uittekomen, dat wat ons thans wacht, niet anders zijn kan noch mag, dan 't zetten van 't sociale arbeidsvraagstuk in het juiste en in 't complete verband met onze Antirevolutionaire politiek. derlijk Christelijk karakter, sinds
Waf
Gelijk ik 't straks duidelijk uitsprak, zal 't Kabinet dat straks nieuw optreedt, eerst zich moeten toeleggen op een afdoen-
den overgang van wat 't na den vrede zijn zal, tot een nieuwe normale landsexistentie. Zulk een Kabinet zal ons een nieuwe toekomst hebben te scheppen voor onze handelsverbonden met het buitenland. Het zal 't Kabinet van den overgang zijn, dat het Onderwijsvraagstuk finaal oplost en Doch als men de vraag stelt, 't uit onze politiek wegneemt. wat dan? wat daarna? dan staat het voor mij vast, dat de alsdan komende taak geen andere kan zijn, dan om op de zoo machtige arbeidersbeweging* ook voor onze mannen steeds vaster het politieke stempel te mogen drukken en zulks in harmonie met het beheerschend beginsel van onze Het spreekt wel vanzelf, M. H., Antirevolutionaire partij. dat zoo gewichtige zaak niet bij een phrase kan blijven. Het Centraal-Comité zal zijnerzijds en uit het Vakverbond een raad van advies moeten saamstellen, om geheel onze partij ten deze van voorlichting te dienen. Eenzijdig voor belangen en dan eeniglijk voor materieele belangen te pleiten, zou tenslotte op zelfverlaging uitloopen. Een hoogere roeping wenkt ons, en immers in de partij der „kleyne luyden" kan nimmer de geestelijke drang van Gods heilige orde worden gemist.
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's