Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 251
DR.
KUYPER ALS GELEERDE.
229
maakten het veld waarover de Evolutiedeed, steeds grooter. Het streven wat bestaat, ook in de denkwereld waarin een
logische, zielkundige studiën leer
haar
om
ontstond
Plato
lichtglans
of
alles
schitteren
Thomas van Aquino,
ten niet alleen in overeenstemming
Calvijn
of
Kant
met de natuur, maar
uitmunt-
in aansluiting
aan de onbewerktuigde wereld te verklaren. Dr. K u y p e r laat echter uitkomen hoe de ontwikkelingshypothese, veel zwakker staat dan het schijnt. Hij somt vele bedenkingen op,
om
daarna aan te toonen dat de voorstanders der Evolutie-leer wel hebben voorgesteld alsof de bouw van een wereld zonder bouwplan, voor ons ontsluierd werd, maar zonder bewijs. Hun dogma is een valsch dogma, en doet de juistheid hiervan in het oog springen als
overgaat
tot critiek
van de Evolutie-leer
uit geestelijk
hij
standpunt. Hij
aan de schoonheidsleer, aan de ethiek en het Godsdienstige leven. Al waardeert men het vele goede dat er uit voort kwam, als stelsel is het kwaad. Het moet als een doodelijke bacterie toetst die leer
microscopisch nagespeurd en
uit
elke plek
van het weefsel onzes
worden geweerd. Tegenover de leer dat de sterkere het zwakkere moet vertreden, klemmen wij ons vast aan den Christus, die zich over het zwakkere ontfermt. Tegenover de besteklooze levens
werktuigelijkheid stellen wij het geloof in het
Eeuwig wezen dat
alle
ding gewerkt heeft en nog werkt naar den raad Zijns willens. Tegen-
over de Selectie die het soort zoekt, houden wij vast aan de Uitverkiezing die spreekt van den witten keursteen,
gegraveerd, die niemand kent dan die
hem
waarop een naam
is
ontvangt. Tegenover per-
soonsvernietiging blijven wij getuigen van een oordeel dat komt, en van een eeuwige heerlijkheid. En tegen een altruïsme, dat niet anders is dan een vermomd egoïsme, blijven wij hoog houden het vuur dier eeuwige liefde, dat in Gods Vaderhart brandt, en waarvan een heilige vonk in ons eigen hart is overgespat.
De redenaar eindigde met de verzekering, dat hij én in zijn waarschuwing tegen de Schriftkritiek én tegen verflauwing der grenzen èn tegen de Evolutie-leer niet voor het specifiek Gereformeerde het
woord had gevoerd, maar voor het heilige pand onzer Christelijke religie in haar breedste opvatting. En daarom besloot hij met zich terug te trekken in wat voor heel de Christelijke kerk op aarde in haar Belijdenis het uitgangspunt was en is en zijn zal, door tegenover de Evolutie te handhaven het eerste van alle geloofsartikelen:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's