Ad Valvas 1972-1973 - pagina 1

UvA-prof

COLLEGEGELD IN TERMIJNEN MOGELIJK

Aan de Vrije Universiteit zullen studenten die het volledige college- en inschrijfgeld (totaal ƒ1,100,-) moeten betalen en geen ruksstudietoelage van ƒ 1.100,- of hoger ontvangen, het bedrag in tei'mijnen kunnen betalen. Een eerste termijn van ƒ550,- ( + ƒ 25,- te betalen door Ie t / m 6e Jaarsstudenten t.b.v. bijzondere voorzieningen) dient vóór 1 september 1973 te worden voldaan. De tweede en laatste termijn moet vóór 15 december 1972 worden voldaan. De regeling is niet meer van toepassing op degenen, die h e t t o tale bedrag van ƒ 1.100,- of ƒ 1.125,reeds hebben betaald.

WEEKBLAD VRIJE UNIVERSITEIT 20e JAARGANG

NUMMER 1

18 AUGUSTUS 1973

RUIMTENOOD POLIKLINIEK VEREIST SNELLE OPLOSSING Het ruimtegebrek bij h e t Akademisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit (AZVU), in h e t bijzonder de situatie in de polikliniek, is nu nijpender dan ooit. Schreven wij in Ad Valvas van 12 november 1971 reeds dat de VU-direkteuren b. en w. van Amsterdam wezen op een dringend gewenste uitbreiding van h e t ziekenhuis op de belendende hockeyveldcn, n u bericht medisch algemeen direkteur P. A. Coumou in een brief aan het kollege v a n direkteuren, d a t die situatie nog ongunstiger is geworden dan zij de laatste m a a n d e n reeds was. Dokter Coumou stelt h e t kollege voor zo spoedig mogelijk enkele noodvoorzicningen te treffen; h y noemt vier mogelijkheden.

Dr. Coumou toont met cijfers aan, dat de situatie onhoudbaar is geworden. Door het nog steeds toenemende aantal polikliniek-patiënten (in 1969: 122.740 bezoeken; in 1970: 141,338; in 1971: 157.101; Ie kwartaal 1971: 38.590; Ie kwartaal 1972: 43.651) en de d a a r a a n verbonden vermeerdere werkzaamheden, heeft zich een bijzonder precaire toestand ontwikkeld. Behalve de zeer verouderde en onvolwaardige behuizing, de daardoor ontstane moeilijkheden in de organisatie, die vaak lange wachttijden voor patiënten veroorzaken, heeft ook de verkeersproblematiek rondom de ingang van de polikliniek bijgedragen tot een situatie, die — nog afgezien van levensgevaarlijke situaties voor slecht ter been zijnde patiënten — bijzonder veel s p a n ningen en wrijvingen met zich meebrengt, waardoor de werksfeer ongunstig wordt beïnvloed en ziekteverzuim in de h a n d wordt gewerkt. Het ziekenhuis is voor ca. 70% van de opgenomen patiënten afhankelijk van de polikliniek. Tevens fungeert de polikliniek, gezien h e t grote aantal patiënten, duidelijk als een zeer belangrijk centrum voor de gezondheidszorg in de regio. De betekenis van de polikliniek is derhalve, zowel uit een maatschappelijk als ook uit een wetenschappelijk opleidingsoogpunt, bijzonder groot.

Vier mogelijklieden

I n afwachtig van realisering van definitieve nieuwbouw, waarvan de totstandkoming nog meerdere j a -

BESTUURSOVERDRACHT Op donderdag 31 augustus a.s. zal het college van directeuren mede n a m e n s curatoren het bestuur der universiteit officieel overgedragen a a n de universiteitsraad en h e t college van bestuur. Dit geschiedt tijdens een OPENBARE BIJEENKOMST waarin het woord zal worden gevoerd door de voorzitter van h e t college van directeuren, prof. dr. G. J. Sizoo, de voorzitter van de universiteitsraad, mr. J. H. Jonker, en het lid van het college van bestuur dr. K. van Es. Na afloop zal er een afscheids- en kennismakingsreceptie zijn. De bijeenkomst vindt plaats in h e t Paviljoen Bultenveldert (de vroegere Vrije Gemeente) a a n de Van der Boechorststraat; aanvang 15.30 uur.

onderzoek

VU TREKT MEER STUDENTEN DAN GU

DR COUMOU IN BRIEF AAN DlREKT EUREN:

Patiënten de dupe

ivil

ren zal vragen, vindt dokter Coumou dat een van de vier volgende noodoplossingen verwezenlijkt moeten worden:

den en is de periode, nodig voor de totstandkoming van de nieuwbouw van het ziekenhuis en de definitieve polikliniek, redelijk overbrugd.

A. Bij de inrichting van h e t energiecentrum, dat binnenkort in ruwbouw gereed komt en volgend j a a r voor verschillende doeleinden in gebruik wordt genomen, is gedacht aan liet onderbrengen van de polikliniek kindergeneeskunde, de technische dienst en de medische foto-, film en illustratiedienst. Behalve de polikliniek kindergeneeskunde zouden echter ook a n dere poliklinische afdelingen een tijdelijk onderdak in h e t energiecentrum kunnen krijgen. Dit heeft ivm de toekomst van het ziekenhuis en de ontwikkeling van de medische fakulteit de allerhoogste prioriteit. De procedure zou dan in de volgende fasen kunnen verlopen:

C. Indien het niet mogelijk zou zijn'het energiecentrum, voor een groter deel dan t h a n s voorzien, in gebruik te stellen, dan zou men —• theoretisch gezien — door het plaatsen van barakken in de tuin van het ziekenhuis, de huidige polikliniek kunnen ontlasten. Dit is hoogstens te verwezenlijken met het plaatsen van 1 ä 2 barakken, hetgeen voor de totaliteit weinig effekt zou hebben. Een eerste probleem vormt dan de toegankelijkheid.

1. Overbrengen van de polikliniek kindergeneeskunde naar het energiecentrum, zo mogelük in 1972. 2. I n aansluiting hieraan het overbrengen van een andere poliklinische afdeling naar de h u i dige barak van de polikliniek kindergeneeskunde. Hierdoor ontstaat op korte termijn een vermindering van de op de polikliniek uitgeoefende druk, 3. Het overbrengen van een aantal andere afdelingen van de polikliniek n a a r het energiecentrum. Met deze verhuizing zal een verdergaande drukvermindering voor de huidige nood-polikliniek tot stand komen, dan wanneer alleen de polikliniek kindergeneeskunde zou worden overgebracht. B. Plan A kan uitgebreid worden wanneer het mogelijk is het energiecentrum verder uit te bouwen tot aan de De Boelelaan en deze uitbouw geheel in te richten als een volledige nieuwe tijdelijke polikliniek. Wanneer dit deel gereed zou zijn, k a n de huidige noodpolikliniek wellicht verlaten wor-

D. De plaatsing van barakken naar analogie van het Provisorium zou ook kunnen geschieden op het terrein van de Hortus Botanicus. D a a r is een uitstekende toegangsmogelijkheid tot de polikliniek gewaarborgd. De Hortustuin zou dan moeten worden verplaatst in westelijke richting n a a r het ten zuiden van het woonhuis van h e t ziekenhuis nog braakliggende gronden, die reeds in eigendom van de Vereniging zijn.

Konsei(wenties De oplossingen C en D hebben een aantal bijzonder onaangename konsekwenties. De polikliniek blijft bij deze plannen duidelijk h e t karakter dragen van een nood-polikliniek; de ziekenhuistuin wordt aangetast of de tuin van de Hortus moet verhuizen; de bouwkosten van semi-permanente barakken, alsmede de technische installaties in h e t licht van de aan de polikliniek-funktie te stellen eisen, zullen zeer hoog zijn. De direktie van het ziekenhuis is dan ook van mening dat plan B verreweg de voorkeur verdient. De toegankelijkheid bij het energiecentrum is beter te realiseren dan bij de huidige nood-polikliniek. De behuizing zal van veel hogere kwaliteit zijn dan in de barakken.

PROF. LAMBOOY VERLAAT VU De vorig j a a r september aan de fakulteit der ekonomische wetenschappen benoemde hoogleraar in de ekonomische geografie, dr. J. G. Lambooy (34) te Hazerswoudc, voorlopig direkteur van h e t Instituut voor Milieuvraagstukken a a n de VU, gaat de Vrije Universiteit verlaten. Om persoonlijke redenen. Die redenen zijn voor de VUgemeenschap zeer belangrijk, zo vernamen we, m a a r prof. L a m booy heeft het toch m a a r liever niet in de krant, vertelde hij ons. 'Als ze h e t dan per sé willen weten, kunnen ze me altijd opbellen.' Prof. Lambooy wordt vermoedelijk per 1 nov. 1972 in dezelfde funktie (hoogleraar in de ekono-

mische geografie) benoemd aan de Universiteit van Amsterdam, m a a r zal nog tot 1 jan. 1973 aan de VU verbonden blijven. Dr. Lambooy studeerde sociale geografie a a n de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1969 op h e t proefschrift: 'De agrarische hervorming in Tunesië.' Van 1962-1965 was hij als wetenschappelijk medewerker verbonden a a n het Geografisch Instit u u t van de VU. Van 1966-1969 was hij in dienst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten als hoofd van de afd. Sociaalgeografisch onderzoek. I n 1969 kwam dr. Lambooy weer bij de VU, als lektor in de ekonomische geografie, waarna vorig Jaar zijn benoemina tot hoogleraar volgde,

Tenslotte betekent h e t onderbrengen van alle poliklinische aktiviteiten binnen één gebouw een duidelijke konsentratle, die een gunstige invloed zal hebben op een efficiënt gebruik en het samenwerkingsverband tussen de verschillende onderdelen van de polikliniek. Aan h e t kollege van direkteuren wordt gevraagd een pi'incipebeslissing te willen nemen, waarna de ziekenhuisdirektie met een n a der uitgewerkt plan wil komen. PIETER BÜCKMANN

CURSUS PUBLICiSTIEK EN WETENSCHAP In het komende akademische j a a r zal aan de VU een college/cursus publicistiek, in het bijzonder beti effende de wetenschap (pen), worden gegeven. De centrale vragen zullen zijn: hoe verhoudt zich de wetenschap — n a d e r : onze wetenschap — tot de publiciteit en hoe maken we onze wetenschap breder bekend. De leiding zal berusten bij dr. E. Diemer, lector in oe communicatiewetenschap. De opzet is in beginsel als volgt. Begonnen wordt met het bijbrengen van enig inzicht in funktie en werking van de publiciteitsmedia. Spoedig volgt toespitsing op informatie vanuit een aantal vakwetenschappen. De tweede helft van de cursus — deze is gedacht voor een heel akademisch j a a r — zal worden gevuld met praktisch werken. Voor ogen s t a a n als deelnemers: twaalf doktoraal studenten en twaalf wetenschappelijke medewerkers, eventueel ook docenten. Naar gelang van de belangstelling kan overloop plaatshebben. Bovendien zullen enkele leden van de TAS gaarne welkom zijn. Tijdstip: hetzij elke donderdagnamiddag van vier tot zes. hetzij elke donderdagavond van zeven tot negen, naar voorkeur van de deelnemers. De cursus zal worden gegeven in het hoofdgebouw. Aanmeldingen k u n n e n tot 1 september gedaan worden bij h e t Bureau Pers en Voorlichting, hoofdgebouw, kamer lD-06; tel, 48 26 71, Notering geschiedt in volgorde van aanmelding. Het ligt in de bedoeling op 14 september van s t a r t te gaan. Nadere informatie wordt gaarne verstrekt door dr. Diemer, in h e t bijzonder op diens spreekuur: elke donderdagmiddag in gebouw Koningslaan 31, tel. 718543. De aard van de cursus vooronderstelt het voornemen intens mee te doen. Ten .slotte; de cursus schept ook mogelijkheid voor wie de communicatiewetenschap als keuzevak ambiëren. I n d a t geval zal tevens passende literatuurstudie noodzakelijk zijn. Het keuzevak behoeft uiteraard als regel de instemming van het bestuur der faculteit waarbij men s t a a t ingeschreven.

De belangstelling om aan de Universiteit van Amsterdam te studeren is dalende zo konstateert GU-professor dr. J. S. Cramer in een ingezonden stuk in Folia Civitatis van 24 juni. Hij schrijft dat de voorkeur voor de VU vrijwel zeker is toegenomen ten koste van de ü v A en voorspelt d a t zijn universiteit, op Lelden na, binnenkort de kleinste van het land zal zijn; d a t zou d a n nog te danken zijn a a n tandheelkunde en ekonomie, die in Leiden ontbreken. Landelijke spreiding en invoering van nieuwe studierichtingen op andere universiteiten zouden de oorzaak zijn. Volgens prof. Cramer zal in de toekomst de keuze van studieplaats regionaal worden bepaald. W a t dat betreft neemt Amsterdam een bijzondere plaats in. Hij schrijft: 'Nu moet men wel bedenken d a t er in Amsterdam twee universiteiten zijn, en d a t de Vrije Universiteit zoals de zaken nu s t a a n binnenkort de grootste van de twee zal zijn. Vergelijkt men de voorinschrijvingen voor die studierichtingen die a a n beide universiteiten voorkomen dan overtreffen de aanmeldingen voor de VU die van de UvA met 9%. Per fakulteit zijn er echter grote verschillen. Bij medicijnen en ekonomie heeft de VU wel 60% méér vooraanmeldingen dan de UvA, in de wiskunde en natuurwetenschappen zo'n 25%; m a a r voor de Sociale Wetenschappen heeft de UvA 25% méér aanmeldingen dan de VU en voor de letteren bijna 40%, Deze cijfers betreffen alleen de studierichtingen die bij beide instellingen voorkomen.

Uitbreiding Over h e t geheel genomen krijgt men aldus de indruk d a t de voorkeur voor de VÜ sterk is toegenomen, en wel vrijwel zeker t e n koste van de UvA. Uit de tweede voorkeur van de komende eerstej a a r s k a n men namelijk opmaken dat zij bij een gegeven studierichting juist tussen deze twee universiteiten aarzelen. D a t is ook in overeenstemming met h e t regionale karakter van de keuze van studieplaats. Ook de verschuiving in de verhouding tussen VU en UvA is geen nieuw verschijnsel. Voor een deel kan de daling van h e t aandeel van de UvA worden toegeschreven a a n de uitbreiding van de VU me* studierichtingen die daar vroeger ontbraken. Maar h e t is mogelijk d a t ook andere faktoren een rol spelen. Welke dat zijn k a n alleen door nader onderzoek worden vastgesteld. Het lijkt mij gewenst dat een dergelijk onderzoek wordt ingesteld. Daarvoor zal men bij beide universiteiten gegevens moeten verzamelen. Beide universiteiten hebben ook gelijkelijk belang bij het inzicht in de toekomstige ontwikkeling van de aantallen studenten, dat uit zo'n onderzoek kan worden verkregen. Het verdient dan ook aanbeveling d a t VU en UvA tezamen een onderzoek ter h a n d nemen n a a r de faktoren die de keuze van de aankomende student tussen deze twee instellingen beïnvloeden,' aldus prof. Cramer.

WEEKBLAD VRIJE UNIVERSITEI De redaktieraad van Ad Valvas is als volgt s a m e n gesteld : mr. D. Schut (direkteuren); T h . Booy (kuratoren; plv dr. J. D. Dengerink); dr. E. Diemer (senaat); prof. dr. M. A. Kaashoek (senaat); drs. P. J . G. Keuss (wetenschappelijke staf); drs. J. Zwaan (wetenschappelijke staf); mej. E. M. Bals (TAS); meJ. W. C. Dijksma (TAS); H. Amelink (raad v. samenwerking) ; mej. C. G. H. de Ryk (disputorenraad); K. D r e x hage ( s t u d e n t e n r a a d ) ; P . J. van Delden (raad van p r a e sides); B . Jagodl? (raad van praesides); M. P. van Dijk, P. W. Bückmann (eindredakt e u r ) . M. Reitsma (adviseur).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen