De roeping der gemeente jegens hare opzieneren - pagina 9

7 K o n i n g r i j k , en wel i n dat van Jezus. D a t ze door den H e e r geroepen, door Z i j n Geest toegerust, Z i j n woord en w i l hebben te spreken en te doen eerbiedigen en Zijne knechten zijn. E n dat, ofschoon de aanmatiging der Dienaren vele zwarte bladzijden i n de kerkgeschiedenis opgeleverd heeft, waaruit het schuldige van de toelating eener heerschappij voering over het erfdeel des Heeren is gebleken, de verwerping van de Dienaren i n Gods h u i s , echter eene verwerping is van den K o n i n g zeiven. Insgelijks, dat de Gemeente G o d s , ofschoon e l k , die er zich aan verbindt, vrijwillig handelt, eene goddelijke organisatie i s , waarin men daarom de gestelde orde met den hoogsten eerbied bejegenen moet, waari n , naar de hoogste wijsheid van ons goddelijk H o o f d , der D i e n a r e n o n derwijs en liefdezorg tot voeding en onderhouding noodzakelijk gekeurd i s , waarom men dan ook uit h u n mond het woord der waarheid als Jezus liefdestem moet ontvangen. Daardoor k a n men e e r s t i n eenen openen, vertrouwelijken, eenvoudigen l e e r l i n g s z i n , van h u n onderwijs een ijverig en dankbaar gebruik maken. D e Gemeente G o d s , geboren u i t het woord der waarheid, blijft afhankelijk van deze moedermelk. H e t is den D i e n a r e n bevolen niet t r a a g , maar i j v e r i g , volstandig i n en weltoegerust tot het werk te zijn. Oude en nieuwe dingen uit den schat huns harten voort te brengen, o m , als getrouwe huisverzorgers, elk zijn bescheiden deel ter bekwamer t i j d toe te dienen. — Dezelfde magt, welke den Dienaar verpligt tot dien a r b e i d , vordert de tegenwoordigheid dergenen, die moeten bearbeid worden. D e Dienaar is naar Gods w i l gereed; hij heeft door Jezus' zorg wat te zeggen, wat ter voeding aan de kudde mede te deelen. D o c h , zullen n u de .mapen die liefdezorge des Meesters versmaden, wijzer zijn dan H i j , en soms een i n h u n oog vromer pad k i e z e n , van te huis een boek te lezen ? D e leerling i n Jezus' school mag zijne plaats niet ledig laten. Geene verschoon i n g geldt; tenzij de Meester u riep tot eenig w e r k , of door Zijne voorzienigheid u ontsloeg. Z u l k eene manna-versmading zou geestelijke vermagering berokkenen. H e t is een verzuim, hetwelk de openbare Godsvereering ondermijnt, Gods dag ontheiligt, en, als invretende kanker (want een m i d dagslaapje, een praatje of eene wandeling, waar het op uitloopt, is welkom voor het vleeschelijk gemoed), geschuwd moet worden. r

M e n openbaart geen' leerlingszin, zoo men zich ter plaatse laat vinden, om een Zondags- of Godsdienst-fatsoen op te houden, of, om zich vleeschelijk te weiden door te zien en zich te laten zien; noch, wanneer men zonder honger, zonder doel of verlangen om te e t e n , zich nederzet, en zich door slaapzucht, of door wakende droomlust laat heen voeren. Jezus beoogt te voeden door spijs en d r a n k ; door te doenhooren, wat de Geest tot de gemeente zegt. H i j kent de kwalen van het h a r t , de zielverstrooijendeafzwervingen,de zielevrede benemende en de gehoorzaamheid belemmerende

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen