GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerspel of Wijk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerspel of Wijk?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIII.

Schijnt het op de gronden, in ons vorig artikel ontwikkeld, wenschelijk, de kerspelen niet door de keuze der hoorders, maar naar de onderscheidene stadsdeelen, te doen loopen, dan dient thans eenigszins nader aangeduid, hoe men zulk een kerspel zou hebben in te richten.

Op den voorgrond hierbij staat, dat alle kerspelen saam één stadsgemeente blijven vormen, en dat deze stadsgemeente in haar geheel, als eenheid, door den éénen kerkeraad moet worden vertegenwoordigd en bestuurd.

Hieruit volgt, dat al hetgeen de kerkeraad niet commissoriaal kan maken, maar door de volle ^^«rgadering moet worden behandeld, ook bij kerspelindeeling in den kerkeraad moet worden afgedaan.

Alleen de kerkeraad, niet het kerspel, handelt met de classis; niet het kerspel, alleen de kerkeraad correspondeert met andere gemeenten. Alleen de kerkeraad roept in het ambt. Alleen de kerkeraad spreekt censuur uit of heft die op. Alleen de volle kerkeraad beslist ten finale in Diaconale aangelegenheden. Aan den kerkeraad verblijft de regeling der collecten. De kerkeraad regelt de indeeling der kerspelen. De kerkeraad beschikt over den Dienst des Woords en der Sacramenten. Kortom, al het kerkelijk leven dat de gemeente in 't gemeen aangaat blijft rechtstreeks van den éénen kerkeraad uitgaan. En in het kerspel als zoodanig kan noch door predikanten, noch door ouderlingen, noch door diakenen ooit iets anders gedaan worden dan in commissie van den kerkeraad, onder appèl op den kerkeraad, en met recht van den kerkeraad om te casseeren wat besloten, om te wijzigen wat geregeld werd, of ook om in te voeren en vast te stellen, wat ongeregeld bleef.

Hier mag niet op worden afgedongen, daar elk denkbeeld om aan de kerspelen zekere autonomie te verkenen, terstond op verbreking van de eenheid der gemeente zou uitloopen; een punt waarop niet ernstig genoeg de aandacht kan worden gevestigd.

Vergeet toch niet, dat een predikant, in zulk een kerspel gevestigd, ia dat kerspel allengs over zeer grooten invloed zal gaan beschikken. Na vele jaren dienst heeft hij een kerspel, waarin de meeste leden door hem gecatechiseerd zijn, door hem in krankheid zijn bezocht, in droefheid getroost, voor een goed deel door hem gedoopt, en gestadig door zijn prediking bewerkt.

Stel nu, dat zulk een predikant op eenig punt van dienst, in conflict komt met den kerkeraad, zoodat hij weigert zich te schikken naar hetgeen de kerkeraad besloten heeft, en de kerkeraad naar de classis gaat, wie gevoelt dan niet hoe men bloot staat aan het gevaar, dat zulk een predikant zijn kerspel gaat manen, om dan maar liever het kerkverband er aan te geven, en op eigen voet te gaan staan.

Zeker dit zou sectarisch, het zou schismatiek in den strengsten , zin van he woord zijn. Maar helaas, tal van voorbeelden toonden dan toch, hoe er ernstige mannen onder onze predikanten gevonden werden, die voor zoo schismatieke daad niet terugdeinsden, en het zich zelven inbeeldden, en het voor anderen goed praatten, dat ze zoo moesten doen om der consciëntie wille.

En dit gevaar nu zou door de kerspelindeeling zeer aanmerkelijk vergroot worden, indien aan zulk een kerspel zekere zelfstandige rechtsmacht werd toegekend.

Het moet daarom scherp op den voorgrond staan, dat het kerspel onder geen vorm of op geen wijze eenig recht moet verkrijgen, dat het hetzij op de classis hetzij bij den burgerlijken rechter, ooit tegen den kerkeraad zou kunnen verweren.

De noodige regeling van het kerspel, moet door den kerkeraad geheel onafhankelijk worden vastgesteld, en moet te allen tijde door den kerkeraad, en door hem alleen kunnen gewijzigd worden, terwijl aan het kerspel geen andere vrijheid kan worden gelaten, dan om voorstellen dienaangaande bij den kerkeraad in te dienen.

De kerkeraad moet het recht behouden, om geheel naar eigen goedvinden, predikanten, ouderlingen en diakenen voor het kerspel aan te wijzen, en dus ook het recht om wie er voor aangenomen was, te verplaatsen naar een ander kerspel.

Het kerkgebouw moet nooit op eenigerlei wijze eigendom van het kerspel zijn, maar het eigendom van de gehecle gemeente blijven.

De collecten moeten uit alle kerspelen onder één kerkeraad staan, en in één kas gestort worden, terwijl omgekeerd alle uitbetalingen uit de gemeenschappelijke kas moeten geschieden, waarbij hoogstens verrekening van ontvangst en uitgaaf kan worden toegelaten.

In het kerspel moet ambtelijk nooit anders gewerkt worden, dan onder instructie, naar aanwijzing, onder toezicht, en op naam van den kerkeraad, iets wat hier op neerkomt, dat predikanten, ouderlingen en diakenen in het kerspel nooit anders kunnen vormen dan een commissie uit en van den kerkeraad, die van de kerkeraad haar last ontvangt, en ia den kerkeraad rapporteert, en in den kerkeraad het flat op haar handelingen moet ontvangen.

De kerspelverdeeling mag tot niets anders leiden dan tot verdeeüug van den gemeenschappelijken arbeid.

Onder dit strenge voorbehoud echter kunnen de gezamenlijke ambtsdragers, die door eenzelfde kerspel zijn aangenomen, dan ook in zulk een tomtnissie van het kerspel vereenigd worden.

In die kerspelcommissie zouden zitting ontvangen de predikanten van het kerspel, de ouderlingen van het kerspel en de diakenen van het kerspel. Deze commissie zou het kerspel weer in wijken hebben te verdeden voor den dienst der broeders ouderlingen en diakenen, en zou op deze indeeliüg de goedkeuring van den kerkeraad hebben te vragen.

Deze kerspelcommissie zou elke week, op een vast te stellen dag, moeten saanikomen, met uitzondering van de week waarin de kerkeraad saamkwam, om dan op een anderen dag te vergaderen. Veel van wat nu de huishoudelijke commissie doet zou dan op deze kerspelcommissie kunnen worden overgedragen En er zou voor den kerkeraad geen noodzakelijkheid meer bestaan, om meer dan eens per maand saam te komen.

In die wekelijksche vergadering van de kerspelcommissie zou elk ouderling, elk diaken, en zoo ook de predikant dan telkens verslag moeten doen van hetgeen ze in die week ten behoeve der gemeente door huisbezoek, krankenbezoek, enz. hadden gedaan, en er zou zulk een regeling moeten getroffen worden, dat heel het kerspel minstens tweemaal elk jaar ambtelijk bezocht werd, en dat de predikant minstens ééns per jaar in elk gezin kwam. Dit zou bij een kerspel van 500 huisgezinnen voor de ouderlingen neerkomen op 1000, en voor den predikant op 500 bezoeken in het jaar. Neem nu aan, dat elk kerspel zich 8 ouderlingen zag toewijzen, zoo zou dit op 125 bezoeken per jaar, per ouderling, d. i. op nog geen drie bezoeken in de week neerkomen, wat stellig niet te veel is ; terwijl de predikant tien bezoeken in de week zou hebben te doen, wat zeker niet zoo weinig is, maar toch zeer wel zou gaan, indien hiervoor één morgen en middag per week, werd genomen, en altoos gezinnen bezocht worden, die vlak bijeen woonden. De broeders diakenen eindelijk zouden in verband met de diaconale vergadering arbeiden, maar eveneens in de kerspel-commissie verslag moeten doen van hetgeen zij in de afgeloopen week in het kerpel gearbeid hadden.

Zulk een kerspelcommissic zou dan in den regel bestaan uit 17 personen, t. w. één predikant, acht ouderlingen en acht diakenen, een kleine vergadering alleszins geschikt, om, zonder breede beraadslagingen, practisch te werken; en ook niet te groot, om aan de leden van het kerspel de gelegenheid te geven, op de vaste dagen van zitting, in persoon voor de commissie te verschijnen, haar verslag te geven, en haar bestaande wenschen kenbaar te maken.

Na afloop van elke commissievergadering zou men dan een rapport aan den kerkeraad opmaken, en hierin voorstellen wat voor te stellen was; dat rapport zou in de maandelijksche vergadering van den kerkeraad worden uitgebracht; deze zou daarover beslissen ; en overeenkomstig deze beslissing zou door de kerspelcommissie worden gehandeld.

Op deze bijzonderheden wordt hier gewezen, niet alsof we hiermee zeggen willen, dat het zoo en niet anders zou moeten gaan. Al dat bijzondere toch is op t velerlei wijze te regelen. Zoo zou het niet het minste verschil maken, of men den kerkeraad tweemaal of slechts eens per maand saamriep. Aangegeven wordt hier alleen het denkbeeld, dat tal van huishoudelijke zaken, die nu den kerkeraad ophouden, dan voor een goed deel in het kerspel konden worden afgedaan, en dat de kerkeraad, hierdoor ontladen, niet zoo dikwijls zou hebben saam te komen als nu. Er wordt slechts op gewezen, dat er in de kerspelcommissie kerkelijke saamwerking tusschen predikanten, ouderlingen en diakenen van hetzelfde kerspel zou kunnen ontstaan; dat de arbeid en dienst beter zou kunnen gecontroleerd worden; en dat het contact I met de gemeente gemakkelijker zou zijn. Met name het zoo noodige huisbezoek en krankenbezoek zou eerst op deze wijze, over alle deelcn der gemeente, telken jare vollediger en afdoende kunnen zijn.

Hierdoor zou meer persoonlijke bekendheid ontstaan tusschen de ambtsdragers van alle kerspelgezinnen.

Men zou niet langer als vreemden tegenover elkander staan.

Er zou ^us tucht mogelijk worden op het schoolgaan der kinderen, op het tijdig ter catechisatie gaan, op het geregeld bijwonen der godsdienstoefeningen, op de ver-, houding tusschen man en vrouw, op gevaar van insluipende armoede, op familieaangelegenheden enz.

Zoo zou er Christelijke orde en leiding geboren worden, en de ambtsdragers zouden zich hierin thuis gaan gevoelen, juist omdat ze allengs als natuurlijke belangstellenden zouden beschouwd worden.

Inmenging zou niet langer den indruk van indringing in huiselijke aangelegenheden maken. Men zou bekend, men zou welkom, men zou gewenscht zijn.

En juist door dat verband op beperkter schaal zouden ook de leden der gemeente die in eenzelfde kerspel woonden, allengs meer met elkander in aanraking komen.

De leden van een kerspel, groot Soo gezinnen, kon men op vaste tijden in het jaar, in het kerkgebouw tot een samenkomst uitnoodigen, om de belangen van het kerspel te bespreken. In het kerspel kon men de jongedochtersvereenigingen vereenigen voor hulpdienst, de jonge mannen in jongelingsvereenigingen. Kortom er zou contact, er zou saamleven, er zou saamwerking ontstaan kunnen.

Men zou niet meer in de groote gemeente verzinken en opgaan, maar dank zij de verdeeüug in kerspelen, overzienbaar worden. Er zou mogelijkheid voor geregelde kennismaking opkomen, en hieruit zou een gevoel van saamhoorigheid geboren worden

Of om het korter te zeggen, al dat intieme dat het kerkelijk leven op een dorp nu reeds oplevert, en dat in de stadskerken zoo volkomen gemist wordt, zou op die wijs ook aan stadskerken ten goede kunnen komen.

Niet de dorpskerken, maar de stadskerken hebben het kwaad gesticht, en de kerkelijke verwildering in de volkskerk veroorzaakt. Die verwildering in de stadskerken heeft de invloedrijke stadspredikanten genoodzaakt in de algemeene ordening der kerken allengs g'eheel verkeerde bestanddeelen op te nemen. Ep op die wijs is de goede kerkelijke orde ten leste geheel verstoord.

En datzelfde gevaar dreigt ook nu weer.

Niet ingedeelde stadskerken vertoonen een schoonen schijn, waaraan geen wezen beantwoordt. De kerkeraad staat tegenover de massa machteloos, en de ambtelijke dienst mist de zoo hoognoodige controle; daardoor verslapt die dienst; en dan moet men ten slotte wel heenglijden overallerlei kwaad, dat men weet dat voortsluipt, maar dat te vaag optreedt om het te kunnen keeren.

En tegen dat kwaad is nu metterdaad geen ander geneesmiddel uit te denken, dan dat ge het euvel van de groote massa breekt, en door die groote massa op ordelijke wijze en organisch in te deelen, het teloor gaan van uw ambtelijke kracht voorkomt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Kerspel of Wijk?

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1897

De Heraut | 4 Pagina's