GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. — De tweede conferentie van bisschoppen te Par ij s. Een advies van leeken.

Van 4—7 Sept. kwam deze vergadering bijeen. Reeds bij het begin der vergadering werd een telegram gezonden naar den paus om den dank der bisschoppen uit te spreken over het licht, dat deze in zijn encycUek had ontstoken en de leiding die hij daarin had gegeven, terwijl zij verzekerden dat zij zich aan de bevelen van de Curie zouden blijven onderwerpen.

Vóór de samenkomst der bisschoppen had de minister van eeredienst een schrijven tot de prefecten van het land gezonden, waarin hij verklaart dat het niet kan worden toegelaten, dat er cultus-vereenigingen worden gesticht, die niet op art. 4 van de wet op scheiding van kerk en staat rusten. Kennelijk is deze aanschrijving gedaan met bet oog op eene uitlating van den paus in zijn encycliek, waarin den bisschoppen geraden wordt andere vereenigingen te stichten dan die de wet voorschrijft, en „alle middelen aan te grijpen, die de wet aan alle burgers toekent, om den eeredienst te regelen en in te richten". Deze weg is nu voor de bisschoppen versperd. Wat moeten zij doen om den paus te gehoorzamen en de wetten van het land niet te wederstreven ?

Kort vóór het samenkomen der conferentie hebben de leeken, - die zich te voren tot den paus gewend hadden met verzoek een burgeroorlog in Frankrijk te voorkomen door het oprichten van cultusvereenigingen toe te staan zich weer tot den paus gewend, maar nu niet met een onderteekend stuk, maar met een anonym schrijven. Dit smeekschrift wordt door den een als hoogstmerkwaardig, beredeneerd en verstandig gehouden, terwijl anderen het, onder een huichelachtigen vorm, voor den paus kwetsend achten.

In dit smeekschrift worden waarheden uitgesproken, waarnrede de paus wel rekening houden mag. Daarin lezen wij toch: „De wet op scheiding van kerk en staat moet voor een slechte wet gehouden worden. Daarbij dwingt ons echter de waarheid te erkennen, dat zij ook werkelijk voordeelen aanbiedt. Daartoe behoort de vrije benoeming der geestelijken, de vergunning dat kosteloos en onbeperkt gebruik gemaakt kan worden van de kerkgebouwen, het voorloopig afstaan der bisschoppelijke paleizen, pastorieën en seminariëo, het aan de cultus vereenigingen toegekende verlof om, onder éen bloote schijncontrole, de goederen van een waarde van twee honderd millioen te besturen, die op het oogenblik het eigendom der Fransche kerken zijn. Men zal het Fransche volk nooit kunnen laten gelooven dat zulk een wet vredelievend voor de kerk is. Maar in elk ge^al waren dit de grootste concessien die men van de tegenwoordige Kamers verlangen kon. Bovendien is 't te verwachten, dat den priesters de door de wet toegezegde pensioenen zullen onthouden worden, wanneer er geen cultusvereenigingen worden gevormd. En hoe lang zal men de zestig millioen weten te verkrijgen, die voor de uitoefening van den eeredienst noodig zijn? Ook kan men nu reeds vooruit berekenen, dat het Protestantisme, dat door de aanneming der cultusvereenigingen in de gunst van den staat deelt, weldra plaatsen zal innemen die wij hebben moeten opgeven, en dat zij zich langzamerhand in onze kerken, pastorieën en vooral in de zie len onzer geloovigen zullen nestelen.”

Overigens verzekeren zij den paus dat zij zich blijven onderwerpen. Maar zij veroorloven zich de vraag, of dan werkelijk de scheidingswet de Roomsche hiërarchie bedreigde? „En zou het dan werkelijk een kwaad zijn, wanneer het aandeel, dat de leeken hebben in den arbeid der kerk, vergroot werd?

Voorts klaagt het smeekschrift, dat de paus blijkens zijn encycliek de gewichtige en wel overwogen besluiten van het Episcopaat der grootste kathoheke kerk heeft achter gesteld bij die eener commissie van Duitsche, Italiaansche en Spaansche prelaten, waarin slechts éen Franschman zitting had.

Na eene beraadslaging van vier dagen heeft de tweede conferentie van bisschoppen besloten lijdelijken tegenstand te bieden. Deze zal daarin bestaan, dat de bisschoppen en geestelijken ook na 11 Dec. van dit jaar in hunne woningen en kerken zullen blijven totdat zij er met geweld uit worden gejaagd.

Daar men verwacht dat deze weerstand niet veel zal uitwerken, heeft > men verdere maatregelen genomen. In de eerste plaats zal men er voor zorgen, dat er op 11 Dec. e.k. zoo weinig mogelijk geld in de kas der kerken zijn zal. De middelen voor de uitoefening van den eeredienst zullen niet door vereenigingen bijeen gebracht worden, maar door de pastoors, die deze dan den bisschoppen over maken zullen, die dan als uit een algemeene kas de tractementen der pastoors en de kosten voor den eeredienst zullen betalen. Daardoor wordt het kerkelijk beheer aan de tot dusver uitgeoefende controle der leeken onttrokken. Al deze bepalingen werden met meerderheid van stemmen genomen.

De minister van eeredienst Briand heeft zich over deze besluiten aanstonds uitgelaten ineen door de „Temps" gepubliceerd interview.

Daarbij sprak hij uit dat de wet de priesters niet dwingt lid der cultusvereenigingen te zijn; art. 4 der wet op scheiding van kerk en staat eischt slechts, dat de vereeniging gevormd wordt volgens de aleemeene regelen van den cultus, dien zij wil uitoefenen. Dit doel kan in de statuten uitgesproken worden, zonder dat een priester lid van de vereeniging is. Ik voorzie dat bisschoppen en pastoors naar een middel zullen zoeken om zich naar de wet te schikken, zonder in verzet te komen tegen de instructies van den paus. Men kan zich bijvoorbeeld voorstellen dat de leden van een kerkbestuur onderling, met eenige geloovigen, zonder den pastoor, een vereeniging stichten tot uitoefening van den Katholieken eeredienst. Deze vereeniging zal dan in overeenstemming met de wet zijn. Deze wordt eerst tegen de wet wanneer het wettig bewijs is geleverd, dat zij haar doel niet kan bereiken. Is het die vereeniging mogelijk aan haar doel te beantwoorden, dan draagt het kerkbestuur haar de bezittingen der parochie over. Dan gaan de leden naar den pastoor, die noch over eene kerk, noch over geld beschikt, en zeggen: „Gij hebt geen stoffelijke middelen, om de uitoefening van den eeredienst in de parochie te doen plaats hebben, en zult u verplicht zien, u individueel tot ons voor de noodige middelen te wenden. Deze bieden wij u collectief aan. Daar hebt gij |de kerk, de zaken en de geldmiddelen die voor den eeredienst noodig zijn. Wat zou de pastoor daarop kunnen antwoorden? En welk verwijt zou de bisschop hem kunnen doen, als hij voortging onder die omstandigheden zijn ambt te blijven uitoefenen I En wat zou de paus den bisschop kunnen verwijten !

Zoo zijn de optimistische beschouwingen van den minister. Hij rekent wel op den tegenstand van eenige Ultramontaansche kerkvorsten, maar hij weet ook dat de ijver voor de Roomsche kerk in Frankrijk zeer aan het verflauwen is; dat hebben immers de jongste verkiezingen bewezen. Met het oog op dit alles durft hij verzekeren, dat de wet zal toegepast worden, terwijl hij zich bereid verklaarde bisschoppen te ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's