GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE SPEELMAN.

VII.

ZANG EN SPEL.

.Met welluidende stem en schoone klank had de zanger dusver zijn lied voorgedragen. Allen hadden aandachtig en met grooten eerbied geluisterd. Daartoe droeg ook bij, dat de woorden van het gezongene duidelijk verstaanbaar waren, iets wat in Nederland helaas bij het zingen veelal ontbreekt. En een der knechts had zeker geen ongelijk toen hij zijn makker toefluisterde:

»Die man kon heusch wel voorzanger in onze kerk zijn«.

»Ja«, was het antwoord, »hij lijkt tenminste al heel weinig op de vedelaars en dat slag van volkje dat hier komt. Ik zou zoo zeggen, die man doet het niet alleen om zijn brood, maar' zijn hart is ook bij wat hij zingt*.

De ander haalde de schouders op en zei:

»'t Kan wel wezen. Maar ik zal intusschen zorgen, dat hij nu wat te eten krijgt. Hij mag nu wel eens even rusten».

Hij wenkte den zanger. Ook de anderen vonden dat men nu voor 't oogenblik genoeg gehoord had. Erood en bier warden den speelman gebracht, en ieder ging weer aan zijn werk. Straks zou men gaarne nog iets hooren.

Een half uur later werd het teeken daartoe gegeven door het blazen op de fluit.

»Nu moet ge eens wat voor ons spelen*, zei de gouvernante, die van het zingen van vrome liederen al spoedig genoeg had,

sMaar mijn lied is nog niet uit», zei de man.

»Goed, dan eerst een paar deuntjes op de fluit, en daarna hooren we u nog eens zingen«, zei een uit het gezelschap.

Zoo gezegd, zoo gedaan. De speelman die moe werd, zette zich neder en speelde ettelijke liedjes, vroolijke, maar ook ernstige. De kleine Louise luisterde opgetogen en had nog veel meer willen hooren. De tuinbaas echter begreep, dat het niet aanging zoo langen tijd het werk te laten rusten.

»En mijn lied dan? « vroeg de zanger.

»Een paar versjes kunt ge nog zingen, maar dan hebben we ook geen tijd meere

De zanger deed wat van hem gevraagd was. Hij zong nog enkele regels:

Hy wort gepijnt, gepraemt 1), genopen 2), Doch sonder sijne schuit: Maer, hy en doet sijn mont niet open, Maer lijdt het met gedult. . Als 't lam dat sonder sich te weeren Ten slachbanck word gevoert, Oft 't schaep dat stom voor die het scheeren Den mont niet eens en roert,

Hy wort genomen uyt het truercn Van dit gericht end cracht 3), Wie sal vertellen sijn lang dueren. End wonderiick geslacht.^ Hy was van 't leven afgehouwen, So 't scheen tot in den grond: Maer dese plaeg end dit benouwen, Quam hem van mijns volcx sond'.

Hij wilde voortgaan, doch de tuinman wenkte, dat het genoeg was. Nu eindigde de zanger, met de opmerking, dat hij zoo graag het geheele lied zou gezongen hebben.

»Kom van avond nog maar eens bij mij terug», zei de tuinbaas. »Dan hooren wij het overige wel«.

Dat werd afgesproken. De man ontving een gulden voor zijn spelen en zingen, en verliet het buitengoed met een dankbaar hart voor de goede ontvangst die hij had mogen genieten.

Louise moest natuurlijk den man uitgeleide doen tot aan het hek. al babbelende over alles en allerlei.

»Komt ge nu spoedig weer terug», vroeg ze.

»Heel graag, maar ik mag niet zoo dikwijls, komen < ; .

»En waar gaat ge nu heen^.

»Dat weet ik nog niet. Ik zou zoo zeggen, waar men mij hebben wil. De Heere zorgt voor mij. Hij maakt dat er ook altijd menschen zijn, die mij iets laten verdienen».

»En speelt ge zoo het heelc jaar door.'«

»Neen; des winters is er met spelen en zingen niet veel te verdienen. Dan moet ik leven van hetgeen ik des zomers kan overleggen».

»Dat vers dat u daar straks hebt gezongen, staat dat in den Bijbels, vroeg Louise eensklaps, juist toen de man afscheid wou nemen«.

»Ja zeker, jongejuffrouw, inaar niet juist in dezelfde woorden. Het hjkt er echter heel veel

Zij namen nu afscheid van elkander. Zoodra de les. waarvoor het nu tijd werd, voorbij was, nam het meisje haar prentenbijbel en deed haar best het vers te vinden, dat de man gezongen had, doch vergeefs. Nu, dan zou zij het wel aan een ander vragen.

Tegen den avond vertoonde de speelman zich, zooals hem gevraagd was, weer op het buiten. Hij ging regelrecht naar de woning van den tuinman, die hem vriendelijk welkom heette. »lk heb u gevraagd nog even aan te komen», zei de tuinman, »omdat ik gaarne nog eens met u wil4e spreken. Maar zeg mij eens eerst, heb ik hét goed, dat het vers dat wij gehoord hebben, een berijming is van Jesaja 53«

sZeker, en dat zult ge nog beter begrijpen, als ge het slot hoort, waar vanmiddag geen tijd voor was. Iemand heeft het eens voor mij opgeschreven. Het moet van een groot dichter zijn, maar ik weet niet Mie. Een geschikte zangwijs kon ik wel in een psalmboek vinden. Nu zing ik het hier en daar, en vele menschen hooren het gaarne. Dat heb ik vandaag ook hier weer gemerkt».

1) Gedrukt. 2) Benauwd. 3) Geweldig gericht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1914

De Heraut | 4 Pagina's