GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Roomsche polemiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roomsche polemiek.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het referaat door Prof Dr. H. H. Kuyper op de Gereformeerde predikanten-conferentie te Utrecht gehouden over Reformatie en Revolutie, heeft in de Roomsche pers bestrijding gevonden, gelijk te verwarhten was. Nu het Pri^testantisme bij de viering van h^t vierde eeuwgetij der Reformatie de zegeningeri herdenkt, die God de Heere door de Kerkhervorming ons geschonken heeft; en daarbij van zelf ook gewezen wordt op de misstanden die destijds in de Kerk heerschten, kan dit niet anders dan zekere gevoeligheid bij onze Roomsche medeburgers opwekken. Zelfs het bedoelde referaat, dat veeleer defensief dan agressief was en alleen bedoelde de aanklacht van Roomsche zijde terug te wijzen dat de Kerkhervorming der XVI eeuw in haar aard, revolutionair was en de voorbereiding van de Fransche revolutie, lokte terstond-polemiek van Roomsche zijde uit. Als wei-geharnast kampioen trad ditmaal niet onze bekende antagonist pater Bensdorp, maar pater Ermann in de Tijd op.

Voorzoover deze polemiek zich nu richt tegen een minder juiste uitdrukking in het persverslag van dit referaat door de Nieuwe Rotterdamsche Courant gegeven, kan volstaan worden met de opmerking, dat de verantwoordelijkheid voor zulk een persverslag niet door, den referent gedragen wordt. Natuurlijk heeft Prof. Kuyper niet gezegd, dat »hoofdzaak bij Luther was het afwerpen van het Pauselijk gezag«, en al wat de heer Ermann aanvoert om te doen zien, hoe-Luther aanvankelijk zeer ootmoedig tegenover den Paus optrad, en eerst allengs tot een breuke met den Paus is gekomen, had dus veilig achterwege kunnen blijven. Het is pok wel ietwat onnoozel om te veronderstellen, dat een hoogleeraar in de kerkgeschiedenis aan een Protestantsche hooges.chool met zulke ieder bekende feiten niet op de hoogte zou geweest zijn. Letterlijk zeide Prof Kuyper: »Het principieele vraagstuk is, of de Reformatoren, door ten slotte te weigeren zich te onderwerpen aan de beslissing van den Paus, wanneer deze beslissing naar hunne overtuiging inging tegen het Woord Gods, opstand pleegden tegen het wettig door Christus in de Kerk ingestelde gezag. Dat was het wat op het twistgesprek te Leipzig den doorslag heeft gegeven; dat wat den Paus naar den banbliksem tegen den weerspannigen nionnik grijpen deed; dat wat Luther op den Rijksdag te Worms spreken deed: hier 'sta ik, ik kan niet anders, God helpe mij«. »0p dit principieele punt nu, liet Prof Kuyper er op volgen, kan Roomsch en Protestant elkander nooit overtuigen. Een Roomsche, die in den Paus hét door Christus zelf aan de Kerk geschonken onfeilbare hoofd eert, kan daarom de reformatie, die met dit gezag van den Paus brak, niet anders dan als een daad van revolutie beschouwen. Terwijl de Protestant, die dit wettig gezag van den Paus betwist en in hem niet anders dan een onwetdge macht ziet, die allengs in de' Kerk is ingeslopen en zich van het gezag van Christus, den eenigen Koning der^Kerk, heeft meester gemaakt, het verzet tegen deze-Pauselijke machtsusurpatie juist als een daad van de grootste loyauteit tegenover den wettigen Koning der Kerk zal eeren«. En ten slotte wees hij er op, hoe Groen van Prinsterer dus volkomen gelijk had, wanneer hij het grondbeginsel der - Reformatie niet zag in de vrijheid van onderzoek, zelfs niet in de leer van de rechtvaardigmaking doo-t het geloof alleen, maar in het opkomen voor het absolute gezag van Christus en Zijn Woord in de Kerk.

Wanneer de heer Ermann voorts opmerkt, dat xLuther de Kerk zóó wilde zuiveren en verbeteren, dat het niet meer de aloude Kerk> an Christus was en in dien zin dus trachtte de Kerk te verwoesten", want dat »het afwerpen van het pauselijk gezag de verwoesting was vain de Kerk veler eeuwen" en eindigt met uit te roepen: »Het was revolutie!" dan blijkt daaruit wel, hoe volkomen terecht Prof Kuyper opmerkte, dat elke discussie over dit principieele punt volkomen doelloos is. Een Protestant kan niet anders doen dan de gronden aangeven, waarom deze daad-van Luther z.i. geen kerkverwoesting, maar 'kerkherstel heeft beoogd, en geen revolutie, maar juist het eeren van het wettige, door God ingesteld gezag is geweest. Maar hij doet dit alleen om voor zijn eigen conscientie deze aanklacht, van Roomsche zijde ingebracht, af te wijzen, niet om daarmede den Roomschen polemist van ongelijk te overtuigen.

Evenmin zullen we ingaan op hetgeen de heer Ermann aanvoert omte betoogen, dat, al was er zeker tegen het einde der Middeleeuwen verbetering noodig, de toestand der Kerk toch volstrekt niet zoQ, slecht was, als deze vaak door Protestantsche geschiedschrijvers is afgeschilderd. Al is die donkere schildering volstrekt niet alleen van Protestantsche geschiedschrijvers afkomstig, maar al vindt men haar evenzeer bij onverdachte Roomsche schrijvers uit dien tijd, toch is het volkomen juist, dat vaak op dit gebied over en weer overdreven is. Alleen dit geheele punt kan veilig buiten geding blijven.. Prof. Kuyper heeft in zijn referaat hierover geen woord gesproken. Hij wees er juist op, hoé deze vraag niet het principieele geding raakt tusschen Roomsch en Protestant, aangezien ook van Roomsche zijde erkend wordt, dat een sreformatie in hoofd en leden" van de Kerk noodig was, en de vraag dus niet loopt over der noodzakelijkheid van zulk een zedelijke refomatie, maar over de reformatie van heel de Kerk, in haar dogma, hiërarchie en eeredienst.

Van meer belang is dan ook hetgeen de heer Ermarin aanvoert in een tweede artikel over de revolutionaire bewegingen, die de reformatie op kerkelijk gebied vergezeld hebben en waarin Rome het bewijs ziet, dat de reformatie een revolutionair karakter droeg.

' Op dat historische vraagstuk komen we een volgend maal terug.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Roomsche polemiek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1917

De Heraut | 4 Pagina's