GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen duimbreed?! - pagina 218

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen duimbreed?! - pagina 218

De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE B I J Z O N D E R E A C T I V I T E I T E N V A N ' j A N

218

WAT'

Psychotechnisch Laboratorium. 50 Sinds de opening op 26 mei 1933 had dit onderzoeks- en behandelinginstituut onder Waterinks bezielende leiding een gestadige groei beleefd, die tijdens de oorlogsjaren zo zou doorzetten dat het moeite kostte deze groei organisatorisch bij te houden. Het Paedologisch Instituut stond officieel los van het Psychotechnisch Laboratorium, maar was daarmee ten nauwste verbonden; veel werkzaamheden werden over en weer voor beide instellingen verricht. Naast wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de psychotechniek werden op deze instituten voornamelijk psychologische testen uitgevoerd voor beroepskeuze en schoolkeuze. Ook werden hiermee behandelingswijzen ontwikkeld voor schoolkinderen met psychische stoornissen of leermoeilijkheden. Omdat na de oorlog een sterke opleving van het psychotechnisch werk verwacht werd, hetgeen ook zou uitkomen, zou moeten worden geprobeerd de leidende positie die dit instituut nu had te behouden en te versterken. 'Juist als bijzondere universiteit kunnen we de rijksuniversiteiten steeds een stap voorblijven', meende Waterink. Tussen de grondbeginselen van de vu en de moderne toegepaste psychologie kon duidelijk verband gelegd worden. 'Ons lab was het eerste', schreef hij, 'dat de nadruk legde op karakteronderzoek voor de industrie.' Na de oorlog zou er ruimte komen voor de invoering van co-assistentschappen psychologie, net als bij medicijnen, en daar zou ruim gebruik van moeten worden gemaakt, was Waterink van mening. Waterink concretiseerde zijn wervende betoog met de nodige sprekende cijfers. Het aantal onderzoeken was in Amsterdam opgelopen van 185 in 1934 (156 klinisch, 29 in de bedrijven) tot 2 6 2 4 in 1 9 4 2 (1292 klinisch, 732 in de bedrijven). In de dependance in Arnhem, die op 12 november 1938 was geopend, liepen de onderzoeken op van 253 in 1939 (134 klinisch, 12 in de bedrijven) tot 594 in 1 9 4 2 (357 klinisch, 237 in de bedrijven). Daarnaast werden nog verschillende extra opdrachten vervuld. Zo werden nog voor de oorlog 1 4 0 0 aspirantofficieren en 3500 marechaussees getest. Voor verschillende grote bedrijven werden extra onderzoeken uitgevoerd, zoals voor de gist- en spiritusfabriek in Delft, het metaalbedrijf De Vries Robbé in Gorinchem, de jamfabriekTaminiau en het houtbedrijf Fijnhout in Amsterdam. Sinds 1941 werden tweemaal per jaar cursussen voor bedrijfsmanagers gegeven. Verder vonden nog in 1 9 4 2 beroepskeuringen plaats op verschillende ambachtsscholen. De personeelsbezet-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's

Geen duimbreed?! - pagina 218

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's