GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen duimbreed?! - pagina 236

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen duimbreed?! - pagina 236

De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE L A A T S T E M A A N D E N ,

BEVRIJDING

EN

ZUIVERING

nog geen besluit gevallen zou zijn. Oranje had inmiddels voor elkaar gekregen, dat met ingang van 12 juli alle colleges weer zouden mogen worden hervat. In diezelfde maand zouden al weer drie promoties plaatsvinden. Na enige dagen bracht de kleine onderzoekscommissie rapport uit aan directeuren en curatoren over hun vergadering in het Kuyperhuis in Den Haag over de kwesties Woltjer en Diepenhorst. Tot zijn verdediging bleek Diepenhorst te hebben aangevoerd, dat hij zijn advies aan de enkele studenten die daarom hadden gevraagd, had gegeven voordat hem het officiële standpunt van de vu bekend was geworden, dus voordat de circulaire van rector Nauta van 7 april 1943 was rondgezonden. Diepenhorst zou de studenten juist geadviseerd hebben nog maar even te wachten en in ieder geval niets te ondernemen voordat het standpunt van de vu-leiding bekend was gemaakt. Ook de andere beschuldiging die door de studenten tegen hem was ingebracht met betrekking tot het vermeend lidmaatschap van de nationaal-socialistische landbouworganisatie, de Nederlandse Landstand, kon hij weerleggen. Hij was nooit lid geweest en had ook nooit contributie betaald. Hij was immers ook geen landeigenaar of landbouwer, hij had dus ook geen aanleiding gehad om zich bij die organisatie aan te sluiten. Diepenhorst was wel al vele jaren voorzitter geweest van de mede door hemzelf in 1918 opgerichte Christelijke Boeren- en Tuinders Bond, de C B T B . In die functie had hij het optreden van het Agrarisch Front van de NSB en de van het half-fascistische Landbouw en Maatschappij steeds scherp bestreden 16 . In juli 1941 had het C B T B bestuur pas na grote aarzeling, evenals de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuinders Bond en het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité, besloten met enkele adviseurs mee te werken aan de eventuele uitzending van Nederlandse boeren naar de door de Duitsers grotendeels bezette Oekraïne. Daarbij werd echter duidelijk gestipuleerd, dat de drie niet nationaal-socialistische landbouworganisaties geen enkele verantwoording op zich zouden nemen voor het beleid van de zogenaamde Commissie tot Uitzending van Landbouwers (Culano), die onder leiding kwam te staan van de Duitsgezinde directeur van de Nederlandse Heide Maatschappij, ir. C. Staf. Ook aan de door de Duitsgezinde ir. F.E. Posthuma geleide agrarische Commissie voor de Productieslag tot opvoering van de voedselvoorziening, die in maart 1941 werd inge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's

Geen duimbreed?! - pagina 236

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's