De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 257

HET

RASSENVRAAGSTUK

streden over de juiste interpretatie van Kuypers theologie, levens- en wereldbeschouwing. Ook een aantal Zuid-Afrikaanse academici zochten in Kuypers geschriften beelden en formuleringen voor hun wetenschappelijke en maatschappelijke vragen en antwoorden, zoals bijvoorbeeld de oprichting van de Calvinistiese Bond (1930) 150 en de verschijning van Koers in die krisis aangaven. Of Badenhorst Kuyper zelf ontdekte, of dat zijn promotor Hepp hem op dat spoor zette, is onbekend; onmogelijk lijkt dit laatste bepaald niet, want Hepp liet zich in die jaren herhaaldelijk horen als een protagonist van Kuyper en diens denken, in het bijzonder ook diens opvattingen over de algemene genade. 151 Kuypers sympathie voor de Boeren was algemeen bekend en hij heeft ook herhaaldelijk hun naturellenbeleid verdedigd; onmiskenbaar waren het verschil in ontwikkeling van de rassen en de superioriteit van de christelijke beschaving voor Kuyper daarin belangrijkste uitgangspunt. 152 In De gemeene gratie schreef hij bijvoorbeeld over meer en minder ontwikkelde rassen; en 'wat Afrika betreft', stelde hij onbekommerd, 'wordt voetstoots toegegeven dat... het eigenlijke, oorspronkelijke Afrika .. wat menschelijke ontwikkeling betreft, nog op de laatste trap' stond.153 Dat verschil in beschaving - gevolg van de inwerking van het christelijk geloof én van de algemene genade - was een centraal onderwerp in Kuypers studie De Algemene Genade, in drie delen gepubliceerd in 1 9 0 2 - 1 9 0 5 nadat zij eerder als feuilleton in De Heraut was verschenen. Kuyper dacht organisch en het verleden had voor hem veelszins normatieve betekenis. 154 Hij beminde de pluriformiteit: eenvormigheid noemde hij zelfs eens de vloek van het moderne leven. Want veelvormigheid is de kenmerk van de menselijke ontwikkeling 'krachtens de eigen scheppingsordinantie Gods', schreef hij in De Gemeene Gratie.1" Helemaal helder en consistent was Kuyper echter niet. Enerzijds noemde hij de veelvormigheid van de mensen een creatuurlijk gegeven, anderzijds was de veelheid van talen en rassen (zelfs de bijbehorende fysieke verschillen) ontstaan door en om de zonde rondom Babels torenbouw. 156 Het verschil tussen de rassen was enerzijds ontplooiing van de schepping, anderzijds slechts gevolg van de werking

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen