Bijzondere chemie?! - pagina 191

BIOCHEMIE

EN M O L E C U L A I R E

BIOLOGIE

laas bleken de vrijgekomen labaratoria voor biochemisch onderzoek ongeschikt te zijn. Rond de jaarwisseling 1 9 6 5 / 1 9 6 6 zou de Afdeling Biochemie verhuizen van Leiden naar het nieuwe gebouw aan de De Boelelaan. In dit gebouw kreeg de afdeling een eigen laboratorium op de vierde verdieping van de F-vleugel. Er moest iemand van de afdeling ter plekke zijn voor de ontvangst van apparatuur en het nauwlettend volgen van de bouw. Dat dit nodig was, bewees het befaamde muurtje van de colloquiumzaal. Dit werd tot twee keer toe afgebroken en weer opgebouwd met het resultaat dat het uiteindelijk nog verkeerd stond. Samen met de student Dick Knook nam de promovendus drs. J. van 't Riet, die zelf in Groningen had gestudeerd, zijn intrek in een niet-ingerichte labruimte van de Afdeling Zoölogie van de Subfaculteit Biologie. Zij deelden deze ruimte met een Afrikaanse Oehoe, die hen elke morgen klapperend begroette. Wekenlang was Van 't Riet bezig lijsten van gewenste apparatuur, glaswerk, chemicaliën en dergelijke op te stellen. Deze lijsten werden gezeefd door vaak dagenlange gesprekken met de heren J. Schuijl (conservator van de Subfaculteit Scheikunde) en O. M. Volgenant (hoofd van het magazijn). Van 't Riet schreef hierover: Gesprekken, die mij het gevoel gaven van 'brain washing' en die mij in een verregaande staat van vermoeidheid brachten. De moeilijkheden werden mede veroorzaakt door het verschil in benamingen, dat er in diverse Universiteitssteden bestond voor verschillende benodigdheden (ik had bijv. nog nooit van 'mannetjes' 12 gehoord). Het potentieel komische van deze zaken verzonk echter in de ernst waarmee deze gesprekken gevoerd werden. Een ernst die nauw samenhing met het karakter van een deel der 'Kleine Luyden', die zuinigheid hoog in het vaandel voerden (toentertijd ook wel, afhankelijk van de toestand van frustratie van degenen die er mee geconfronteerd raakten, kruideniersmentaliteit genaamd). 13

De laboratoria werden samen met enkele studenten ingericht, waaronder Dick Boorsma die nog twee weken hoofdvakstage moest doen en daarvoor in de plaats laboratoriuminrichting als opdracht kreeg. In januari 1966 was het zover. Het lab was zo goed als ingericht, studenten stroomden binnen en de eerste cursus 'in eigen huis' vond plaats. De proeven had Van 't Riet in 1965 opgesteld, voor een deel op grond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen