De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 96
[Deel 2]
DE
BREUK
stig verskil van die regering en wat ernstige gevolge meebring, maar dit stel nooit enige bevolkingsdeel in gevaar dat hy sy identiteit kan verloor nie. Verwag u nou van my kant 'n uiteensetting van al die verskilpunte en die van ooreenstemming om te kan oordeel of u met ons wil konfereer? En as my antwoord u nie tevrede stel nie, wil u dan besluit om die ooreenkoms te vernietig? Moet so'n groot saak wat in die wêreld roep om die sluiting van geledere teen die magte van die duisternis afhanklik gestel word van so'n prosedure?
Bingle's brief, op 6 augustus 1974 in Amsterdam aangekomen, werd op 12 augustus besproken in het College van Bestuur. De eerste lezing ervan had Brinkman doen verzuchten: 'Prof. Bingle heeft weinig begrip voor besluitsituatie v. u. Wat verwacht hij van bezoek in tegenstelling tot schriftelijk overleg? Waarom is hij niet bereid in één degelijke brief het gevraagde commentaar te geven?'. 307 Hij stelde zich de retorische vraag: 'Heeft verdere correspondentie zin?'. Het antwoord gaf hij ook: 'Nee!' In een notitie, bestemd voor de collegevergadering van 12 augustus, verwoordde hij dat breder: 'Voortzetting van de correspondentie lijkt, gezien ook de toon van de tweede pu-brief, minder zinvol, al zou men elkaar over en weer Matth. 5:41 (in dit verband wel als "drie mijl" te lezen) voor kunnen houden'. 308 Geen verdere correspondentie. Maar wat dan? 'Welke basis is er nu voor "wijziging van de overeenkomst"?' 309 Brinkman was bereid, de regel uit de Bergrede te volgen. Dan nu maar een delegatie naar Potchefstroom om te gaan praten. De tot nu toe gevoerde correspondentie was weliswaar bedoeld, zicht te krijgen op voldoende gemeenschappelijke grond alvorens een mondelinge discussie aan te gaan over de wijziging van de overeenkomst. Die doelstelling was niet bereikt, dan haar maar laten vallen: 'Zenden van een delegatie ligt in de lijn van het tot nu toe ontwikkelde beleid; voor het zenden ervan behoeft zekerheid ten aanzien van mogelijke overeenstemming over wijziging van de overeenkomst geen voorwaarde te zijn'. 310 Het College van Bestuur volgde Brinkman. Op 19 augustus 1974 meldde het aan de universiteitsraad dat voorzetting van de schriftelijke gedachtenwisseling 'op dit moment niet erg zinvol is, mede gezien de toon van de briefwisseling. Derhalve zal nu besloten moeten worden of de uitnodiging tot het zenden van een v.u.-delegatie naar Pot311 chefstroom wordt aanvaard'. Ten behoeve van raadsleden die gezien
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's