Bijzondere chemie?! - pagina 149

DE

LERARENOPLEIDING

In 1 9 8 0 werd drs. J. Bouma tot docent chemiedidactiek benoemd. Hij kreeg te maken met de t f s en zag daarin zowel goede als kwade kanten. Het was heel positief dat eerstegraadsleraren nu in twee fasen werden opgeleid en dat de opleiding veel degelijker was. Een predoctorale oriëntatiecursus van twee maanden op het leraarsberoep, 'Presentatie en communicatie: oriëntatie op het beroep van leraar', werd na het doctoraalexamen gevolgd door de eigenlijke opleiding van een jaar. De oriëntatiecursus was ook geschikt voor studenten die zich meer wilden bekwamen in kennisoverdrachtstechnieken en sociale vaardigheden. De lerarenopleiding omvatte vakdidactiek, algemene onderwijskunde, schoolpracticum en ook vakinkleuring en 'leeronderzoek'. Het leeronderzoek kon de leraar in opleiding zelf ontwerpen en uitvoeren. Het moest uiteraard wel een didactisch onderzoek zijn. In het studiejaar 1 9 8 8 - 1 9 8 9 kon de eerste volledige twaalfmaandse cursus starten. Van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen mochten er echter maximaal vijftig doctorandi in Nederland worden opgeleid tot scheikundeleraar. De verschillende universitaire lerarenopleidingen werden tot vijf clusters samengevoegd. De Vrije Universiteit werd een apart cluster en mocht acht studenten opleiden. Met de invoering van de t f s trad er in heel Nederland echter een dramatische daling van de belangstelling voor de lerarenopleiding op. Zo meldden zich voor de voorbereidende oriënteringscursus bij de Vrije Universiteit slechts vier scheikundestudenten aan. Voor het studiejaar 1 9 8 9 / 1 9 9 0 had de minister het aantal opleidingsplaatsen van vijftig teruggebracht tot dertig, waarvan vijf voor de Vrije Universiteit. Maar helaas, de studenten meldden zich niet. In ongeveer tien jaar tijd werden er bij de universitaire lerarenopleidingen nog geen twintig scheikundeleraren afgeleverd. Dit leidde uiteindelijk weer tot een tekort aan leraren. Om studenten te interesseren voor de lerarenopleiding ontwikkelde Bouma in de jaren tachtig een hele reeks activiteiten. Er werd een documentatiecentrum 'Chemie en dagelijks leven' opgezet. Verder werden er een aantal boekjes voor leraren uitgegeven, waaronder Spelen met scheikunde, Werken met wasmiddelen, Proeven in projectie, De thermometer aangelegd, Knutselen met kunststoffen, Analyse van stikstofoxyden en Onderzoek van lucht. Grotere uitgaven waren Anorganische basis-chemicaliën, Zelfstandig onderzoek en Didactisch vertalen. Ook werd er een onderzoek gestart naar de vraag wat leerlingen dachten als ze een bepaald

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen