Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 215
De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005
projecten in alle windstreken
214
verband is gericht op twee hoofdgebieden: ‘training en toegepast onderzoek in de exacte vakken’, en ‘geïntegreerde rurale ontwikkeling’.15 Het programma is bescheiden vergeleken met de ubls-samenwerking; het totaal aantal vu-medewerkers in de projecten aan de ugm blijft beperkt tot circa zes. Onder het eerste hoofdgebied valt het natuurkundeproject dat de vu in 1971 had gestart. De onderzoekstraining in dit project heeft zich inmiddels verbreed. Niet alleen meer aandacht voor kernfysica, maar ook geofysisch veldwerk op de hellingen van de Kelud, een actieve vulkaan in Oost-Java. Stafleden meten de temperatuur van het kratermeer om eventuele vulkaanuitbarstingen te kunnen voorspellen. Toegepast onderzoek dat hen sterk motiveert.16 Medio jaren tachtig start een nieuw vu-project: training op het gebied van farmacie. De bedoeling van dit project is om een centrum op te zetten voor opleidingen op het gebied van onderzoek naar de werking van geneesmiddelen. Andere projecten op dit hoofdgebied: bijscholingscursussen natuurkunde voor staf van andere Indonesische universiteiten (een project van de Universiteit Twente), en een scheikundeproject (Utrecht). Onder het tweede hoofdgebied valt het Serayudal-project (aardwetenschappen) waarmee de vu in 1973 begon. Bovendien start een nieuw vu-project: ‘rurale gezondheid en ontwikkeling. Hiervoor worden twee stafleden uitgezonden, een antropoloog en een sociaal-geneeskundige. Het gaat in dit project om sociaal-medisch leeronderzoek met aandacht voor alternatieve vormen van primaire gezondheidszorg, en staftraining. Andere projecten onder het tweede hoofdgebied: bosbouw en natuurbeheer (Wageningen), en een sociaal-economisch project (Utrecht). Ten slotte gaat de vu een samenwerkingsrelatie (buiten het Nuffic-kader) aan met de christelijke universiteit Satya Wacana. Daarbij zijn er vier aandachtsgebieden: bètalerarenopleiding, economie, biologie, en ontwikkelingsstudies (zie hoofdstuk [7]). Alle drie samenwerkingsverbanden moeten door de universiteitsraad worden beoordeeld aan de hand van de beleidsnota internationale samenwerking. De discussies kunnen moeilijk gaan over vakinhoudelijke aspecten van de afzonderlijke projecten. De aandacht van de ur richt zich dan ook meer op het karakter van de samenwerking en vooral op de politieke context.
Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 214
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's