De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 115

SAMENSPREKINGEN

De goedkeuring van de universiteitsraad op 9 september en het nieuws van Tjaart van der Walt over de komende 1 kg-resolutie op de 10de deden het College van Bestuur besluiten direct de nodige afspraken te gaan maken. Het stuurde op 11 augustus 1975 een telegram aan Bingle: de v u wil graag komen overleggen, liefst enkele dagen in het voorjaar van 1976, 'waar de verschillende vraagstukken aan de orde kunnen komen. Wij zijn bereid daarvoor een delegatie naar Potchefstroom te zenden en wij gaan er daarbij van uit dat het Christelijk Instituut, c.q. dr. Beyers Naudé in de gesprekken betrokken wordt'.368 Niet zonder bedoelingen nam het College ook nog deze passage op in het telegram: Wij willen U niet verhelen dat een niet onaanzienlijk aantal leden van onze universiteitsraad, hetzij grote bezwaren heeft tegen een dialoog tussen v . u . en p.u. omdat zij die niet kunnen rijmen met 'de solidariteit met de verdrukten in Zuid-Afrika', hetzij weinig perspectief ziet in een dialoog omdat de tegenstellingen tussen de v . u . e n p . u . zo groot lijken te zijn.

Inderdaad was de steun van de universiteitsraad maar nipt verworven. 309 Er waren slechts 15 stemmen voor geweest en 13 tegen, bij 4 onthoudingen. Een uitslag die de reis van de delegatie weliswaar mogelijk maakte, maar die tegelijkertijd de dalende steun voor het gesprek met Potchefstroom aangaf. Bingle stemde in met de procedures zoals in het telegram van 11 september voorgesteld. 370 Op 9 oktober 1975 besloot het College van Bestuur ten behoeve van het tweede spoor van het Zuid-Afrikabeleid tegelijkertijd een delegatie naar de u b l s te sturen. Dat beïnvloedde de samenstelling van de vu-delegatie naar Potchefstroom, die na enige tijd vastgesteld werd: H.J. Brinkman, universiteitsraadsvoorzitter dr. P. Kuijper, prof. dr. D. C. Mulder, prof. dr. J. W. Schoorl en drs. R. C. E. Kapteyn. De samenstelling van de pu-delegatie werd pas per brief van 3 februari 1976 bekend.371 Grote verrassingen bevatte die niet: de theologie-hoogleraren S.C.W. Duvenage, P.J. Coetzee en J.C. Coetzee, de antropoloog J. H. Coetzee, Tj. van der Walt en rektor Bingle. De samenspreking werd op verzoek van Potchefstroom vastgesteld op begin maart 1976. Er volgde correspondentie over de te bespreken onderwerpen en de uitwisseling van documenten. Ook werd Potchefstroom

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen